Op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording zijn gemeenten verplicht om onderstaande kengetallen op te nemen in programmabegroting en programmarekening.
De berekening van deze kengetallen is voor iedere gemeente identiek. Op termijn is benchmarking met andere gemeenten op basis van deze getallen dan ook mogelijk. Let wel, een percentage zelf zegt nog niet zoveel. Bij een vergelijking met andere gemeenten zal bijvoorbeeld ook het voorzieningenniveau betrokken moeten worden. In overleg met het audit-commissie is afgesproken vooralsnog de cijfers te verzamelen zonder er concrete doelstellingen aan te verbinden. De wetgever stelt ook geen eisen aan normering. Dit in verband met de eigenheid van gemeenten.
Kengetallen |
Rekening 2023
|
Begroting 2024 incl. wijzigingen |
Rekening 2024 |
Netto schuldquote |
28,6% |
44,1% |
35,1% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
26,7% |
43,0% |
34,0% |
Solvabiliteit |
48,4% |
47,4% |
48,5% |
Grondexploitatie |
10,9% |
14,3% |
12,9% |
Structurele exploitatieruimte |
4,8% |
0,5% |
3,1% |
Belastingcapaciteit |
78,7% |
79,3% |
79,3% |
Netto Schuldquote
Dit kengetal biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen en wordt uitgedrukt in een percentage. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
Het kengetal is verslechterd ten opzichte van 2023 door een afname van de rekening-courantpositie. Per ultimo 2023 was er nog 13,7 miljoen bij de Rijks Schatkist gestald, nu is er een tekort op de banksaldi van 5,3 miljoen. Het kengetal is beter ten opzichte van de begroting 2024, doordat de verwachting was dat ultimo 2024 een groter financieringstekort zou resteren. Dit was uiteindelijk niet het geval, aangezien diverse onderhanden werken doorgeschoven zijn naar 2025. De verwachting is dat het financieringstekort in 2025 op zal lopen, omdat er een langlopende lening afgesloten zal moeten worden. Hierdoor zal het kengetal alsnog verslechteren.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal wordt berekend zoals de netto schuldquote, waarna leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen daar vervolgens op in mindering worden gebracht. Bij dergelijke leningen kan er onzekerheid ontstaan of ze allemaal terug worden betaald. Met de berekening van dit kengetal wordt duidelijk wat het aandeel van de versterkte leningen in de exploitatie is, en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Het eigen vermogen wordt gedeeld door het totale vermogen, wat vervolgens wordt uitgedrukt in een percentage. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
Het kengetal is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2023, doordat zowel het eigen vermogen als het totale balanstotaal beide zijn gestegen.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet-in-exploitatie-genomen gronden en de bouwgrond-in-exploitatie bij elkaar opgeteld, en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / programmarekening (artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Het kengetal is hoger ten opzichte van 2023, doordat de boekwaarde van de bouwgronden-in-exploitatie met 5,5 miljoen is toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door een bedrag van 2,5 miljoen aan grondaankopen en 4,4 miljoen aan kosten van bouw- en woonrijp maken. Er zijn minder kosten gemaakt voor bouw- en woonrijp maken dan verwacht. Hierdoor is het percentage lager dan begroot. De boekwaarde zal in 2025 en verder naar verwachting weer afnemen, omdat verkopen gerealiseerd gaan worden.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves. Dit wordt vervolgens gedeeld door de totale baten en gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves. Deze verhouding wordt vervolgens uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage, hoe meer ruimte er is voor het doen van structurele uitgaven. Het streven is om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten, wat zou resulteren in een percentage van 0%. Een positief percentage geeft aan dat er meer structurele baten zijn dan uitgaven. Dit zou een nog gezondere balans zijn.
Het kengetal is positief, doordat het structurele saldo van de 2e tussentijdse rapportage (3,0 miljoen) toegevoegd is aan de algemene reserve. Daarnaast zijn in de jaarrekening diverse voordelen op structurele budgetten opgenomen.
Belastingcapaciteit
Dit kengetal vergelijkt de lokale lastendruk van een gezin met een gemiddelde WOZ-waarde voor onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing met de landelijke lastendruk van een gezin met een gemiddelde WOZ-waarde voor onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing . Deze verhouding wordt uitgedrukt in een percentage. Een percentage van minder dan 100% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.
De belastingcapaciteit is hoger dan in 2023 doordat de lastenverhoging in Maashorst (ongeveer 4,22%) lager is dan het landelijk gemiddelde (6,1%).
Onderlinge verhouding kengetallen
Zichtbaar is uit bovenstaande presentatie dat de meeste kengetallen iets verslechterd zijn ten opzichte van 2023. De verslechtering komt in algemene zin doordat het financieringstekort behoorlijk toegenomen is door substantiële uitgaven aan investeringen aan de grondexploitaties, hetgeen ook begroot was. De verwachting is dat de kengetallen in 2025 nog iets meer verslechteren, doordat waarschijnlijk een langlopende lening afgesloten zal moeten worden vanwege de onderhanden werkenpositie van de investeringen.
De financiële positie kan worden bepaald met behulp van zogenaamde signaleringswaarden. Deze waarden zijn onder meer afkomstig uit de stresstest voor 100.000+ gemeenten. In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren. Categorie A is het minst risicovol en categorie C het meest risicovol. Om ons huidige financiële beleid voort te zetten, zouden we categorie A ambiëren en categorie B accepteren. In onderstaande tabel zijn de percentages, die voorvloeien uit deze Programmarekening weergegeven.

Kengetallen financiële verordening
Daarnaast presenteren we conform artikel 18 uit onze financiële verordening de volgende kengetallen.
Omschrijving |
Rekening 2023 |
Rekening 2024 |
1. Netto schuld per inwoner |
€1.260,57 |
€1.141,26 |
2. Saldo van baten en lasten voor mutaties reserves als percentage van de inkomsten(-=voordeel, +=nadeel) |
-3,63% |
-1,89% |
3. Onbenutte belastingcapaciteit OZB als percentage van de inkomsten |
4,15% |
3,30% |