Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inleiding paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

We vinden risicomanagement belangrijk in de gemeente Maashorst. Het heeft dan ook een prominente plek binnen de planning & control cyclus en we zien het als een continu proces.

Bij alle planning & control producten rapporteren we hierover in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. In plaats van een periodieke inventarisatie, is risicomanagement bij gemeente Maashorst een manier van denken. Het dient als hulpmiddel bij het nemen van besluiten door zowel de raad als het college. 

Financiële strategie en beleid bij weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiële strategie en beleid bij weerstandsvermogen en risicobeheersing

Zichtbaar is dat risicomanagement, het onderwerp van deze paragraaf, slechts 1 van de 3 pijlers is. 

Beleid

Het beleid voor risicomanagement voor de gemeente Maashorst is vastgesteld in januari 2022.  Dit beleid is de basis voor het schrijven van deze paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Risico's weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risico's weerstandsvermogen en risicobeheersing

Doelstelling van de gemeente Maashorst is om periodiek inzicht te hebben in de risico's. Hierover wordt 4x per jaar (in de 1e Bestuursrapportage, Programmabegroting, 2e Bestuursrapportage en Programmarekening) verantwoording afgelegd. De financiële omvang van deze risico's brengen we op uniforme wijze in beeld, conform het vastgestelde beleid. De risico's worden alleen geactualiseerd bij het opstellen van de Programmarekening en de Programmabegroting. In de 1e en 2e bestuursrapportage wordt daarnaar verwezen. 

Top 10 risico’s
De risico-inventarisatie vindt plaats op basis van het inschatten van de financiële impact en de kans van optreden. We hanteren bij het bepalen van de kans, klassen van 1 tot 5. 

Voor een verdere toelichting op dit systeem van risicobeoordeling, verwijzen wij naar het eerder genoemde beleid voor het risicomanagement dat is opgesteld voor de gemeente Maashorst. Hieronder is schematisch weergegeven wat de tien grootste risico’s zijn voor de gemeente Maashorst.

Nummer Risico Omvang
1 Grondexploitatie €4.786.000
2 Sociaal domein: gespecialiseerde jeugdhulp € 1.976.916
3 Stikstofproblematiek  € 1.800.000
4 Sociaal domein: Wet Maatschappelijke Ontwikkelingen 2015 (Wmo dagbesteding, Wmo hulp bij het huishouden, Wmo individuele begeleiding, en Wmo voorzieningen)  € 1.787.000
5 Overspannen arbeidsmarkt €1.320.000
6 Niet gedekte claims, aansprakelijkheidsverzekering, risico gevolgschade als gevolg van niet nakomen van contractuele afspraken  € 1.000.000
7 Sociaal domein: Participatiewet (Gebundelde uitkering, Algemene Bijstand, IOAW, IOAZ, Bbz 2004  en Loonkostensubsidies) € 803.997
8 Gemeenschappelijke regelingen € 700.000
9 Bedrijfsvoeringsrisico  € 607.500
10 Sociaal Domein, Participatiewet (Wsw, Beschut Werk en Arbeidsparticipatie) € 575.592
  Totaal € 15.357.005

Uitgebreide risicoanalyse

De risico's worden conform ons beleid voor risicomanagement periodiek geïnventariseerd. Hierdoor is op een gedetailleerd niveau inzicht in de risico's die de gemeente Maashorst loopt. Tevens wordt aangegeven op welke wijze de risico's beheerst worden.

Naast de bovenstaande tien  grootste risico's zijn de volgende risico's  in beeld:

  • Natuurrampen (denk hierbij aan schade door extreem weer of bestrijding van insecten
  • Voorzieningen voor wethouderpensioenen en wachtgelden
  • IT beveiligingsrisico's, stroomuitval en hardware risico's
  • Gewaarborgde en verstrekte geldleningen aan derden
  • Niet kostendekkende parkeerexploitatie
  • Lagere legesopbrengsten (minder voorspelbaarheid) door de komst van de Omgevingswet
  • Kostenoverschrijdingen in het sociaal domein (door open einderegelingen zoals bij het armoedebeleid en de realisatie van transformatieopgaven (Beschermd Wonen) of taakstellingen (Hervormingsagenda Jeugd)
  • Treasury: rentestijgingen
  • Planschade: vergoedingen
  • Inkoop en aanbestedingen: risico op onrechtmatigheden met name op het vlak van ICT

Het financieel effect op de jaarrekening van deze overige risico's bedraagt 2,8 miljoen euro en dat is zo'n 15% van het totale risicobedrag 18,2 miljoen euro.

Ontwikkeling vermogenspositie weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Ontwikkeling vermogenspositie weerstandsvermogen en risicobeheersing

De gemeente Maashorst stuurt op risico’s en weerstandsvermogen. Belangrijk hierbij is ook de ontwikkeling van de vermogenspositie van onze gemeente. De vermogenspositie heeft betrekking op de incidentele weerstandscapaciteit. In onderstaand overzicht is zichtbaar hoe het vermogen zich ontwikkelt. 

In de grafiek is zichtbaar dat de reservepositie van de gemeente Maashorst redelijk stabiel is.  Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door enerzijds de inzet van de algemene reserves in de begroting ter dekking van het incidenteel en structureel tekort.  De vermogenspositie is in 2024 ten opzichte van 2023 toegenomen met € 10 miljoen, door zowel een hogere algemene reserve als een hogere reserve van het grondbedrijf. Daarnaast is er sprake van een rekeningresultaat van ongeveer € 6,9 miljoen waardoor de stand van de algemene reserve toeneemt.  

 

Weerstandsratio weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsratio weerstandsvermogen en risicobeheersing

De weerstandsratio wordt als volgt berekend: weerstandscapaciteit gedeeld door de risico's.

Voor de programmarekening van 2024 is dat € 104.079.182/€ 15.357.005=6,78

De weerstandsratio geeft aan in hoeverre de gemeente Maashorst in staat is haar risico's op te vangen. Hierbij is met de Raad afgesproken dat de norm tussen 1 en 2 ligt. De ratio ligt ruim boven de norm. 

De ontwikkeling van de weerstandsratio is zichtbaar in onderstaande grafiek.

De verbetering van de weerstandsratio wordt verklaard door de toename van de algemene reserve. Bij de toelichting op de vermogenspositie hierboven is hiervoor een verklaring gegeven. 

Weerstandscapaciteit, weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandscapaciteit, weerstandsvermogen en risicobeheersing

De weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd: 

Nummer  Onderdeel Bedrag 
1 Algemene reserve vrij besteedbaar € 71.429.572
2 Algemene reserve grondbedrijf  € 10.260.306
3 Stille reserves  € 8.415.204
4 Jaarrekeningresultaat € 6.956.871
5 Onbenutte belastingcapaciteit (Onroerende zaak Belasting) € 7.017.229
  Totaal  € 104.079.182

1. Algemene reserve vrij besteedbaar
De algemene reserve vrij besteedbaar bedraagt € 71,4 miljoen . Het verloop van de algemene reserve is zichtbaar bij ontwikkeling vermogenspositie. 

2. Algemene reserve grondbedrijf
Het doel van de algemene reserve van het Grondbedrijf is het opvangen van eventuele nadelen op grondexploitatiecomplexen. Het vormt een risicobuffer op basis van het Meerjarenperspectief grondbedrijf. In de inventarisatie van de risico’s zijn ook de risico’s van het grondbedrijf opgenomen. Daarom wordt deze reserve meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen. De algemene reserve van het grondbedrijf bedraagt € 10,3 miljoen.

3. Stille reserves
Onder stille reserves vallen onder andere de gemeentelijke gronden en panden die gewaardeerd zijn tegen de toen geldende aankoopwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat het een en ander per direct verkoopbaar is. De stille reserves bedragen volgens de nieuwe berekening aan het jaareinde 2024 € 8,4 miljoen.  

4. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit OZB wordt berekend door de maximale tarieven te vergelijken met de tarieven van de gemeente Maashorst. Voor de overige heffingen wordt het verschil tussen 100% kostendekkendheid en de werkelijke inkomsten als onbenutte belastingcapaciteit aangemerkt.

Berekening onbenutte belastingcapaciteit
Voor de maximale belastingtarieven wordt gebruik gemaakt van de normen voor het artikel 12-beleid. Dit betekent dat, als de gemeente Maashorst niet meer in staat zou zijn om de structureel zich manifesterende risico’s binnen de exploitatie op te vangen, de gemeente door het Rijk gewezen zou worden op de mogelijkheid om de OZB-tarieven te verhogen om zodoende meer structurele opbrengsten te realiseren. Dit noemt men het artikel 12-beleid.

Volgens de hiervoor geldende wettelijke richtlijnen heeft de gemeente Maashorst een onbenutte belastingcapaciteit van € 7 miljoen.

Kengetallen financiële positie

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Kengetallen financiële positie
 

Op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording zijn gemeenten verplicht om onderstaande kengetallen op te nemen in programmabegroting en programmarekening.

De berekening van deze kengetallen is voor iedere gemeente identiek. Op termijn is benchmarking met andere gemeenten op basis van deze getallen dan ook mogelijk. Let wel, een percentage zelf zegt nog niet zoveel. Bij een vergelijking met andere gemeenten zal bijvoorbeeld ook het voorzieningenniveau betrokken moeten worden. In overleg met het audit-commissie is afgesproken vooralsnog de cijfers te verzamelen zonder er concrete doelstellingen aan te verbinden. De wetgever stelt ook geen eisen aan normering. Dit in verband met de eigenheid van gemeenten.

Kengetallen

Rekening 2023

Begroting 2024 incl. wijzigingen Rekening 2024
Netto schuldquote 28,6% 44,1% 35,1%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 26,7% 43,0% 34,0%
Solvabiliteit 48,4% 47,4% 48,5%
Grondexploitatie 10,9% 14,3% 12,9%
Structurele exploitatieruimte 4,8% 0,5% 3,1%
Belastingcapaciteit 78,7% 79,3% 79,3%

 

Netto Schuldquote

Dit kengetal biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen en wordt uitgedrukt in een percentage. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.

Het kengetal is verslechterd ten opzichte van 2023 door een afname van de rekening-courantpositie. Per ultimo 2023 was er nog 13,7 miljoen bij de Rijks Schatkist gestald, nu is er een tekort op de banksaldi van 5,3 miljoen. Het kengetal is beter ten opzichte van de begroting 2024, doordat de verwachting was dat ultimo 2024 een groter financieringstekort zou resteren. Dit was uiteindelijk niet het geval, aangezien diverse onderhanden werken doorgeschoven zijn naar 2025. De verwachting is dat het financieringstekort in 2025 op zal lopen, omdat er een langlopende lening afgesloten zal moeten worden. Hierdoor zal het kengetal alsnog verslechteren.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Dit kengetal wordt berekend zoals de netto schuldquote, waarna leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen daar vervolgens op in mindering worden gebracht. Bij dergelijke leningen kan er onzekerheid ontstaan of ze allemaal terug worden betaald. Met de berekening van dit kengetal wordt duidelijk wat het aandeel van de versterkte leningen in de exploitatie is, en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Het eigen vermogen wordt gedeeld door het totale vermogen, wat vervolgens wordt uitgedrukt in een percentage. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.

Het kengetal is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2023, doordat zowel het eigen vermogen als het totale balanstotaal beide zijn gestegen.

Grondexploitatie

Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet-in-exploitatie-genomen gronden en de bouwgrond-in-exploitatie bij elkaar opgeteld, en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / programmarekening (artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.

Het kengetal is hoger ten opzichte van 2023, doordat de boekwaarde van de bouwgronden-in-exploitatie met 5,5 miljoen is toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door een bedrag van 2,5 miljoen aan grondaankopen en 4,4 miljoen aan kosten van bouw- en woonrijp maken. Er zijn minder kosten gemaakt voor bouw- en woonrijp maken dan verwacht. Hierdoor is het percentage lager dan begroot. De boekwaarde zal in 2025 en verder naar verwachting weer afnemen, omdat verkopen gerealiseerd gaan worden.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves. Dit wordt vervolgens gedeeld door de totale baten en gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves. Deze verhouding wordt vervolgens uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage, hoe meer ruimte er is voor het doen van structurele uitgaven. Het streven is om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten, wat zou resulteren in een percentage van 0%. Een positief percentage geeft aan dat er meer structurele baten zijn dan uitgaven. Dit zou een nog gezondere balans zijn.

Het kengetal is positief, doordat het structurele saldo van de 2e tussentijdse rapportage (3,0 miljoen) toegevoegd is aan de algemene reserve. Daarnaast zijn in de jaarrekening diverse voordelen op structurele budgetten opgenomen.

Belastingcapaciteit

Dit kengetal vergelijkt de lokale lastendruk van een gezin met een gemiddelde WOZ-waarde voor onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing met de landelijke lastendruk van een gezin met een gemiddelde WOZ-waarde voor onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing . Deze verhouding wordt uitgedrukt in een percentage. Een percentage van minder dan 100% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.

De belastingcapaciteit is hoger dan in 2023 doordat de lastenverhoging in Maashorst (ongeveer 4,22%) lager is dan het landelijk gemiddelde (6,1%). 

 

Onderlinge verhouding kengetallen

Zichtbaar is uit bovenstaande presentatie dat de meeste kengetallen iets verslechterd zijn ten opzichte van 2023.  De verslechtering komt in algemene zin doordat het financieringstekort behoorlijk toegenomen is door substantiële uitgaven aan investeringen aan de grondexploitaties, hetgeen ook begroot was. De verwachting is dat de kengetallen in 2025 nog iets meer verslechteren, doordat waarschijnlijk een langlopende lening afgesloten zal moeten worden vanwege de onderhanden werkenpositie van de investeringen. 

De financiële positie kan worden bepaald met behulp van zogenaamde signaleringswaarden. Deze waarden zijn onder meer afkomstig uit de stresstest voor 100.000+ gemeenten. In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren. Categorie A is het minst risicovol en categorie C het meest risicovol. Om ons huidige financiële beleid voort te zetten, zouden we categorie A ambiëren en categorie B accepteren. In onderstaande tabel zijn de percentages, die voorvloeien uit deze Programmarekening weergegeven.

 

Kengetallen financiële verordening

Daarnaast presenteren we conform artikel 18 uit onze financiële verordening de volgende kengetallen.

Omschrijving Rekening 2023 Rekening 2024
1. Netto schuld per inwoner     €1.260,57 €1.141,26
2. Saldo van baten en lasten voor mutaties reserves als percentage van de inkomsten(-=voordeel, +=nadeel)  -3,63% -1,89%
3. Onbenutte belastingcapaciteit OZB als percentage van de inkomsten 4,15% 3,30%