Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief zijn onder de volgende voorwaarden geactiveerd:
- Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen.
- De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast.
- Het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereert.
- De uitgaven die aan het actief toe te rekenen zijn, zijn betrouwbaar zijn vast te stellen.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden volledig afgeschreven in maximaal vijf jaar. De onder de kosten van onderzoek en ontwikkeling geactiveerde voorbereidingskosten voor grondexploitaties voldoen aan de volgende voorwaarden:
- de kosten passen binnen de kostensoortenlijst (artikel 6.2.4) van het Bro; en
- de kosten blijven maximaal vijf jaar geactiveerd staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal vijf jaar hebben de kosten geleid tot een actieve grondexploitatie, danwel worden deze afgeboekt ten laste van het jaarresultaat; en
- plannen tot ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, hebben bestuurlijke instemming, blijkend uit een raads- of - indien gedelegeerd- collegebesluit.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan:
- Er is sprake van een investering door een derde.
- De investering draagt bij aan de publieke taak.
- De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen.
- De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.
Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de bijdrage aan derden is verstrekt.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:
- investeringen met een economisch nut;
- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut > €20.000 worden conform de financiële verordening geactiveerd.
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut >€50.000 worden geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten (waaronder overheadkosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan investeringsdatum 31 december 2016 dat eventuele bijdragen uit de reserves in mindering zijn gebracht op deze investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Ten aanzien van investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven geldt dat vanuit de spaarcomponent van heffingen gevormde voorzieningen voor toekomstige vervangingsinvesteringen met economisch nut in mindering zijn gebracht op de in het boekjaar gepleegde investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing is geheven. Over het resterende bedrag wordt afgeschreven.
De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in de financiële verordening 2024 zoals laatstelijk vastgesteld door de gemeenteraad in haar vergadering d.d. 12 december 2024. Uitgangspunt is de lineaire afschrijvingsmethode, die tot een evenredige spreiding in de tijd van de afschrijvingslasten leidt. De annuïtaire afschrijvingsmethode is toegestaan als er aan de investering een rijksvergoeding is gekoppeld (die berekend is op annuïteitenbasis) of als er een tarief of bijvoorbeeld een huuropbrengst op gebaseerd is. Afschrijving start in het jaar waarin het kapitaalgoed gereed komt/verworven wordt en vanaf het moment dat het door de gemeente in gebruik kan worden genomen. In het 1e jaar wordt een half jaar afschrijving wordt berekend en een half jaar rente. Met ingang van het tweede jaar wordt de volledige rente en afschrijving berekend. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt.
Schattingswijziging
Bij gemeente Maashorst is sprake geweest van schattingswijzigingen. Op basis van het raadsbesluit Cirkel/Mulderke optimalisatie schoolgebouw (23 mei 2024) is de boekwaarde van 5 activa volledig afgeboekt (inhaalafschrijving) en worden 6 bestaande activa over de langere resterende levensduur van 26 jaar afgeschreven. De bestaande (rest)boekwaarden zijn niet herrekend, maar worden over de langere verwachte gebruiksduur afgeschreven. Dit geldt ook bij twee sportaccommodaties in Schaijk en Zeeland, waarbij voor 4 activa de afschrijvingstermijn verlengd zijn van 15 naar 30 jaar (dit is in lijn gebracht met de financiële verordening).
De impact van de inhaalafschrijving betreft €122.205 voor 2024 en de impact van herziening afschrijvingstermijn voor 2024-2028 respectievelijk €101.254, €100.426, €99.598, €98.771 en €97.944.
Buiten gebruik gestelde vaste activa
Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.
Afschrijvingstermijnen
De volgende afschrijvingstermijnen, zoals ook vastgelegd in de financiële verordening, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 12 december 2024, zijn van toepassing:
Riolering |
1 |
Gemaal: pomp (2 per gemaal) |
15 jaar |
2 |
Gemaal: put |
60 jaar |
3 |
Gemaal: schakelkast |
30 jaar |
4 |
Persleiding |
40 jaar |
5 |
Minigemaal: pomp |
15 jaar |
6 |
Minigemaal: put |
60 jaar |
7 |
Minigemaal: schakelkast |
15 jaar |
8 |
Vacuümstationput |
60 jaar |
9 |
Vacuümpomp |
20 jaar |
10 |
Vuilwaterpomp |
15 jaar |
11 |
Vacuüm: schakelkast |
30 jaar |
12 |
Koelsysteem |
20 jaar |
13 |
Vacuüm: afsluiters |
25 jaar |
14 |
Vuilwaterverzameltank |
30 jaar |
15 |
Vacuüm- en persleiding |
60 aar |
16 |
Vacuümput |
60 jaar |
17 |
Vacuümput - mechanisch |
30 jaar |
18 |
Vrijval riolering |
80 jaar |
19 |
Gemalen, bouwkundig |
60 jaar |
20 |
Persleidingen en infiltratievoorzieningen, drainage/DT riolering |
40 jaar |
21 |
Drukriolering, elektrisch mechanisch, IBA’s |
20 jaar |
Woonruimten |
22 |
Stichting |
40 jaar |
23 |
Renovatie |
25 jaar |
24 |
Verbouwing en uitbreiding |
10 jaar |
Gebouwen |
25 |
Nieuwbouw schoolgebouwen |
40 jaar |
26 |
Nieuwbouw gebouwen sport, MFA en cultureel |
40 jaar |
27 |
Nieuwbouw kantoren en bedrijfsgebouwen |
40 jaar |
28 |
Renovatie gebouwen (bij gebouwen sport, MFA, Cultureel, kantoren en bedrijfsgebouwen) |
20 jaar |
29 |
Voorzieningen aan gebouwen (semi-permanent/tijdelijk) |
15 jaar |
30 |
Technische installaties in bedrijfsgebouwen, veiligheidsvoorzieningen gebouwen |
15 jaar |
31 |
Inventaris en stoffering |
10 jaar |
32 |
Noodlokalen |
10 jaar |
33 |
Zonnepanelen |
20 jaar |
34 |
Publieksruimte gemeentehuis |
10 jaar |
Openbare ruimte |
Aanleg en rehabilitatie van grond-,weg-, en waterbouwkundige werken (inclusief de aanleg van parkeergarages/terreinen) gesplitst naar; |
35 |
-Totale constructie asfaltverharding inclusief fundering |
40 jaar |
36 |
-Asfaltverharding en dan sec de afvalt tussen- en deklaag |
20 jaar |
37 |
-ZOAB en geluidsreducerend asfalt |
7 jaar |
38 |
Fietspaden asfalt buitengebied |
20 jaar |
39 |
Totale constructie elementverhardingen inclusief fundering |
40 jaar |
40 |
Grasbetonstenen langs asfaltwegen buitengebied |
40 jaar |
41 |
Grasbetonstenen langs asfaltwegen buitengebied indien alleen ook een deklaagvervanging plaats vindt |
20 jaar |
42 |
Openbare verlichting (masten) |
40 jaar |
43 |
Openbare verlichting (armaturen) |
20 jaar |
44 |
Aanleg begraafplaats |
40 jaar |
45 |
Aanleg van parkeerterreinen/garages |
40 jaar |
46 |
Aanleg parkeervoorzieningen en bermenverharding middels grasbetonstenen |
25 jaar |
47 |
Parkeervoorzieningen (exclusief de aanleg en/of onderhoud en renovatie van parkeerterreinen/ garages |
10 jaar |
48 |
Groenvoorzieningen (bomen) |
50 jaar |
49 |
Groenvoorzieningen (beplanting) |
25 jaar |
50 |
Groenvoorzieningen (gras) |
50 jaar |
51 |
Plantsoenen en parken: aanleg en reconstructie |
25 jaar |
52 |
Sportterreinen, speelplaatsen en dierenparken |
25 jaar |
53 |
Recreatieve voorzieningen |
15 jaar |
54 |
Fitnesstoestellen |
10 jaar |
55 |
Afscheidingen/overig |
30 jaar |
56 |
Verkeersinstallaties, - borden en bewegwijzering |
20 jaar |
57 |
Hekwerken en toegangspoorten hondenuitlaatvelden |
30 jaar |
Overige |
58 |
Vervoersmiddelen |
8 jaar |
59 |
Personenauto’s |
8 jaar |
60 |
Tractoren |
8 jaar |
61 |
Bestelauto’ s en heftrucks |
8 jaar |
62 |
Vrachtauto’ s |
10 jaar |
63 |
Aanhangwagens |
10 jaar |
64 |
Sneeuwploegen |
10 jaar |
65 |
Werktuigen en gereedschappen |
10 jaar |
66 |
Maaimachines en maai eenheden |
10 jaar |
67 |
Natuurgrasveld (fundering/onderbouw) |
30 jaar |
68 |
Natuurgrasvelden toplaag |
15 jaar |
69 |
Kunstgrasvelden (fundering/onderbouw) |
30 jaar |
70 |
Kunstgrasvelden toplaag |
10 jaar |
71 |
Sportmeubilair en terreinafrastering |
20 jaar |
72 |
Beregening en drainage speelvelden |
30 jaar |
73 |
Kantoor- en schoolmeubilair |
15 jaar |
74 |
ICT-Telefooncentrale |
5 jaar |
75 |
ICT-Vaste telefoontoestellen |
5 jaar |
76 |
ICT-Smartphones (uitgaande van Mid end telefoon) |
3 jaar |
77 |
ICT: Bekabeling en communicatielijnen |
10 jaar |
78 |
ICT: Kooplicenties Beheer- en systeemsoftware en overige applicaties |
5 jaar |
79 |
ICT: Fat laptops, Mobile thin clients |
4 jaar |
80 |
ICT: tablets |
4 jaar |
81 |
ICT: Netwerkswitches, routers, WIFI e.d. |
4 jaar |
82 |
ICT: Werkplekken (thin clients) |
5 jaar |
83 |
ICT: Smartboards, schermen vergaderkamers |
5 jaar |
84 |
ICT: SAN |
4 jaar |
85 |
ICT: Hardware servers |
4 jaar |
86 |
Afvalbakken |
15 jaar |
87 |
Ondergrondse containers (glas) |
15 jaar |
88 |
Ondergrondse containers (restafval) |
15 jaar |
Aanvullingen (gemeente Uden en Landerd) |
89 |
Civiele kunstwerken (van voor 1980) |
70 jaar |
90 |
Civiele kunstwerken (van tussen 1980 en 2000) |
80 jaar |
91 |
Civiele kunstwerken van na 2000 |
100 jaar |
92 |
Grond en sloopwerken |
25 jaar |
93 |
Openbare speellocaties (aanleg) |
25 jaar |
94 |
Speeltoestellen |
10 jaar |
95 |
Installaties m.b.t. verkeersbeheersing en verkeersregeltechniek (VRI) |
10 jaar |
96 |
Civieltechnische kunstwerken |
30 jaar |
97 |
Woonwagens |
15 jaar |
98 |
Woonwagenlocaties |
25 jaar |
(Het gebruiksrecht voor onbepaalde duur op) Software is als afzonderlijk actief opgenomen onder de materiële vaste activa als investering met economisch nut.
De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud, bodemsaneringen en het baggeren van watergangen zijn niet levensduur verlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie of de gevormde voorziening gebracht.
Erfpacht
In erfpacht uitgegeven gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, waarbij de uitgifteprijs van eerste uitgifte geldt als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
Warme gronden
Gronden verworven met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie is vastgesteld, worden in de regel geduid als ‘warme gronden’. Conform de notitie grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) worden deze verantwoord onder materiele vaste activa (artikel 52 lid 1 onderdeel a BBV) tegen de verwervingskosten. Het toerekenen (activeren) van andere kosten is daarbij niet toegestaan.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.