STRUCTUREEL BEELD
Onderstaand het bestedings- en dekkingsplan 2025-2028 De nieuwe ontwikkelingen met financiële gevolgen worden hieronder verder toegelicht.
(Bedragen x € 1.000 /N = negatief en V= positief)
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
1. Meerjarenbeeld na Kadernota 2025-2028 | V 91 | N 8.728 | N 6.721 | V 1.082 |
2. Totale gevolgen meicirculaire 2024 incl. gewijzigde loon- en prijsindex | N 1.139 | N 1.108 | V 1.157 | N 5.115 |
3. Genomen raadsbesluiten na opstellen van de Kadernota 2025 | V 14 | V 8 | V 7 | V 7 |
4. Kostenplaatsen doorrekenen naar rendabele producten | N 88 | N 109 | N 109 | N 110 |
5. Financieringsrente herberekend | V 252 | N 131 | V 227 | N 226 |
6. Overige autonome ontwikkelingen en correcties | N 138 | N 96 | N 134 | N 155 |
7. Overheveling tijdelijk formatiebudget van incidenteel naar structureel | N 2.000 | N 2.000 | ||
Saldo Bestedings- en Dekkingsplan 2025-2028 | N 3.008 | N 9.948 | N 5.573 | N 4.517 |
8. Dekking tekort door inzetten Algemene Reserve | V 3.258 | |||
Saldo structureel beeld 2025-2028 | V 250 |
1. Uitgangspunt is het bestedings- en dekkingsplan 2025-2028 zoals gepresenteerd in de Kadernota 2025 van de gemeente Maashorst. De nieuwe ontwikkelingen met financiële gevolgen worden hieronder verder toegelicht.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
1. Meerjarenbeeld na Kadernota 2025-2028 | V 91 | N 8.728 | N 6.721 | V 1.082 |
2. De algemene uitkering is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente Maashorst. In de begroting moeten we in ieder geval de uitkomsten van de meicirculaire verwerken. De gevolgen voor Maashorst zijn bekend en in het financieel beeld opgenomen. Een uitgebreide toelichting op de ontwikkelingen van de algemene uitkering is terug te vinden bij Programma 10 onderdeel 'Gemeentefonds'. In de raadsinformatiebrief van 13 juni 2024 (6134/2024) bent u al geïnformeerd over de uitkomst van de meicirculaire. Naar aanleiding van een brief van de provincie met nieuwe uitleg is daarna een stelpost nog iets aangepast.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
2. Ontwikkeling algemene uitkering als gevolg van de meicirculaire 2024 | N 1.279 | V 968 | V 1.017 | N 5.255 |
Ontwikkeling prijsindex n.a.v. aanpassing percentage van 3,48% naar 2,3% | V 140 | V 140 | V 140 | V 140 |
Totaal gevolgen meicirculaire 2024 | N 1.139 | V 1.108 | V 1.157 | N 5.115 |
3. Na het opstellen van de Kadernota 2025 zijn er nog een aantal raadsbesluiten genomen met financiele gevolgen voor de jaren 2025-2028.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
3a. Investering school 't Mulderke, raad 23 mei € 459.000 | V 44 | V38 | V 37 | V37 |
3b. Begroting 2025 Veiligheidregio, raad 27 juni | V 26 | V 26 | V 26 | V 26 |
3c. Verwerving Oosterensepad Volkel, raad 27 juni € 1.310.000 | N 42 | N 42 | N 42 | N 42 |
3d. Begroting BSOB 2025, raad 27 juni | N 14 | N 14 | N 14 | N 14 |
3e. Verwerving PNEM en Van Donzel, raad 27 juni € 4.350.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3f. Verduurzamen sporthal De Stigt, raad 27 juni € 477.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal financiele gevolgen genomen raadsbesluiten na opstellen Kadernota 2025 | V 14 | V 8 | V 7 | V 7 |
4. Kostenplaatsen doorberekenen naar rendabele producten
Een deel van de op de kostenplaatsen doorgevoerde wijzigingen in eerdere P&C-producten kunnen pas later exact aan de rendabele producten worden doorbelast. Dat levert een voordeel op voor alle begrotingsjaren van circa € 190.000. Daarnaast heeft een wijziging van de BBV-voorschriften plaatsgevonden waardoor het overheadpercentage wijzigt en daarmee ook de doorbelasting aan de rendabele producten. Dat pakt voor ons nadelig uit. Het nadeel is circa € 300.000 in de jaren 2025 t/m 2028.
Onder rendabele producten wordt verstaan producten waarvan de lasten gedekt worden door tarieven (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing en rioolheffing) of door andere inkomsten (bijvoorbeeld Grondexploitatie).
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
4. Kostenplaatsen doorrekenen naar rendabele producten | N 88 | N 109 | N 109 | N 110 |
5. Financieringsrente
Na verwerking van alle begrotingswijzigingen inclusief de Kadernota 2025 en de bedragen voor de investeringen vanaf 2024 inclusief het geraamde verloop van de Grondexploitatie (MJP) kan berekend worden hoeveel externe financiering de komende jaren aangetrokken moet worden. De rentelasten daarvan worden afgezet tegen de vorige raming in de begroting 2024. Dat levert voor 2025 t/m 2028 een wisselend beeld op. 2025 en 2027 zijn voordelig en 2026 en 2028 nadelig.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
5. Financieringsrente herberekend | V 252 | N 131 | V 227 | N 226 |
6. Overige autonome ontwikkelingen en correcties
Na het opstellen van de Kadernota 2025 zijn er naast genomen raadsbesluiten ook andere ontwikkelingen die gevolgen hebben voor onze begroting.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
6. Overige autonome ontwikkelingen en correcties | N 138 | N 96 | N 134 | N 155 |
Deze aanpassingen worden hieronder kort toegelicht:
- In de 1e tussentijdse rapportage 2024 is abusievelijk een tweetal posten als voordeel geraamd terwijl dat een nadeel moet zijn. Het gaat om een jaarlijks bedrag van circa € 132.000. Het betreft de wijzigingen Petruskerk en schoonmaak autobusstation.
- Diverse afrondingsverschillen fluctuerend van een nadeel in 2024 van € 6.000 tot een voordeel in 2028 van € 11.000.
- De ontvangsten leges voor reisdocumenten zijn opnieuw beoordeeld. Voor 2026 een voordeel van € 46.000, voor 2027 een voordeel van 6.000 en voor 2028 een nadeel van € 34.000.
7. Overheveling van het tijdelijk formatiebudget van incidenteel naar structureel
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
7. Overheveling van het tijdelijk formatiebudget van incidenteel naar structureel | N 2.000 | N 2.000 |
In de kadernota 2025 is twee maal € 2 miljoen opgenomen als tijdelijk formatiebudget voor de jaren 2025 en 2026. Op basis van de regels BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) moet dit onder het structurele begrotingssaldo worden gepresenteerd. De tijdelijkheid en de dekking hiervan wijzigt niet. Het blijft een budget voor twee jaar en de dekking vindt via het structurele begrotingssaldo ook plaats uit de Algemene Reserve. Alleen de presentatie wijzigt. Zie ook onder incidenteel, punt 5. Daar zijn deze bedragen een voordeel ten opzichte van de Kadernota 2025.
8. Dekking tekort 2025 door inzetten Algemene Reserve.
Vanaf dit jaar mogen gemeenten die een grote Algemene Reserve hebben maar toch kampen met begrotingstekorten deze (deels) inzetten om die tekorten te egaliseren. Dit wordt dan als een structurele bate gezien waardoor de programmabegroting structureel in evenwicht is. Aan deze beschikking over de algemene reserve zijn strenge voorwaarden verbonden. Wij voldoen daaraan en mogen in onze begroting 2025 het tekort voor 2025, en zelfs aanzienlijk meer, dekken uit deze reserve.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
8. Inzet Algemene Reserve | V 3.258 |
INCIDENTEEL BEELD | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
1. Meerjarenbeeld in de Kadernota 2025 |
N 2.362 |
N 2.884 |
N 250 |
N 250 |
2. Al gedekt uit of toegevoegd aan de Algemene Reserve |
N 48 |
V 134 |
0 |
0 |
3. Saldo voor de programmabegroting 2025 |
N 2.410 |
N 2.750 |
N 250 |
N 250 |
4. Nieuwe Incidentele lasten/baten programmabegroting 2025 |
N 2.025 |
0 |
0 |
0 |
5. Overheveling tijdelijk formatiebudget van incidenteel naar structureel |
V 2.000 |
V 2.000 |
|
|
6. Totaal te onttrekken Algemene Reserve in de programmabegroting 2025 |
V 2.435 |
V 750 |
V 250 |
V 250 |
Toelichting nieuwe incidentele last (punt 4):
Op 15 april heeft het Rijk haar voorjaarsnota gepubliceerd. De voorjaarsnota van het Rijk kan worden gezien als de voorloper van de meicirculaire. In deze voorjaarsnota geeft het Rijk aan dat de nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten en provincies eerder wordt ingesteld. De nieuwe financieringssystematiek (op basis van het BBP in plaats van “trap op trap af systematiek”) gaat al in per 1 januari 2024 in plaats van 1 juli 2027. Het nadeel compenseert het Rijk voor 2024 volledig, maar voor 2025 slechts voor de helft aan gemeenten. Dit betekent dat gemeenten in 2025 eenmalig € 675 miljoen minder algemene uitkering ontvangen dan was voorzien in de laatste circulaire. In april 2024 hebben het Rijk en de koepels (VNG, IPO) afgesproken om met de financieel toezichthouders, en in afstemming met gedeputeerden verantwoordelijk voor financiële toezicht, een afspraak te maken. Het doel van deze afspraak is dat de eenmalige daling gemeentefonds in 2025 door toezichthouders in de meerjarenbegroting 2025-2028 voor de jaarschijf 2025 als incidenteel wordt gezien. Voor ons gaat dat om een bedrag van € 2.025.000.
Toelichting overheveling tijdelijk formatiebudget naar structureel (punt 5):
In de kadernota 2025 is twee maal € 2 miljoen opgenomen als tijdelijk formatiebudget voor de jaren 2025 en 2026. Op basis van de regels BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) moet dit onder het structurele begrotingssaldo worden gepresenteerd. De tijdelijkheid en de dekking hiervan wijzigt niet. Het blijft een budget voor twee jaar en de dekking vindt via het structurele begrotingssaldo ook plaats uit de Algemene Reserve. Alleen de presentatie wijzigt. Zie ook onder structureel, punt 7. Daar zijn deze bedragen een nadeel ten opzichte van de Kadernota 2025.