Paragraaf lokale heffingen 2025

2025 Inleiding lokale heffingen

Terug naar navigatie - 2025 Inleiding lokale heffingen

De lokale lasten vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten, en zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Een overzicht van de lokale lasten – en daarmee meer inzicht- is van belang voor de raad en inwoners. De aanduiding van de lokale lastendruk is ook afgezet tegen de buurgemeenten. Dit is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten.

De voorstellen ten aanzien van de belastingen en leges worden afzonderlijk aan de raad voorgelegd. Daarin zijn alle tarieven opgenomen. Voor de hoogte van de belastingen, rechten en tarieven gelden de volgende uitgangspunten:

  • Streven naar (meer) kostendekkendheid van alle leges, rechten en tarieven, waartegenover een concrete dienstverlening van de overheid staat.
  • De overige belastingen en tarieven mogen niet meer stijgen dan de aanpassing voor de inflatiecorrectie. Uitgangspunt hierbij is dat voor 2025 wordt uitgegaan van een inflatiecijfer van 2,3%.
  • Het beleid lokale lasten is opgenomen in de diverse belastingverordeningen.

2025 Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - 2025 Kwijtscheldingsbeleid

Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om een belastingaanslag te voldoen, kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding worden verleend. Het kwijtscheldingspercentage dat Maashorst hanteert bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat gelijk of lager is dan het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm), in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding.

Kwijtschelding kan alleen worden verleend indien het een aanslag betreft voor onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing particuliere eigenaren/gebruikers voor de jaarlijks te betalen bedragen. De overige heffingen zijn in de betreffende belastingverordeningen uitgesloten voor kwijtschelding. Meer informatie omtrent kwijtscheldingen is te lezen op de website van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant.

Landerd kent de “Regeling tegemoetkoming in de kosten voor huishoudelijk afval in bijzondere gevallen”. Dit is een jaarlijks bedrag van € 1.000. Met bijzondere gevallen wordt bedoeld dat er bij langdurige ziekte en daardoor extra afval, onder voorwaarden, gratis een extra container verstrekt wordt. Over het voortzetten van deze regeling voor Maashorst wordt nog een voorstel voorgelegd. 

Inzicht in verstrekte kwijtscheldingen

Heffings

jaar 

Kosten

kwijtscheldingen

Ontvangen

verzoeken

Openstaand Afgedaan Toegekend   Afgewezen
2022 €186.352 1.163 3 1.160 801 359

2023

€196.551 1.091  1.086 826  260

2024

(medio boekjaar)

€216.216 1.513 47 1.466 1.258 208

 De gestegen kosten (en aantallen) van kwijtschelding in 2024 wordt veroorzaakt door de gewijzigde heffingssystematiek van de riool- en waterzorgheffing. Sinds 2024 betalen ook gebruikers (huurders) in de kernen Uden, Volkel en Odiliapeel rioolheffing. Gebruikers die voldoen aan de normen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding. Met deze gestegen kosten is rekening gehouden in de begroting.           
                 

2025 Geraamde opbrengsten

Terug naar navigatie - 2025 Geraamde opbrengsten
Bedragen (x € 1.000) Rekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Onroerende zaakbelastingen 14.485 15.073 16.983
Afvalstoffenheffing 5.906 6.102 6.243
Rioolheffingen 5.812 6.305 6.552
Marktgelden en standplaatsen 66 81 85
Begrafenisrechten 161 177 174
Parkeerbelasting 2.314 2.398 2.398
Reclamebelasting 186 214 219
Staangelden woonwagens 8 12 12
Secretarieleges (titel 1 legesverordening) 805 1.212 1.179
Leges omgevingsvergunningen (titel 2 legesverordening)  2.091 2.075 2.123
Overige leges (titel 3 legesverordening)   10 32 28
Forensenbelasting 17 34 35
Toeristenbelasting 379 488 499
Doorbelasting secretarieleges rijk -209 -430 -415
Totale opbrengsten  32.058 33.774 36.114

 De begrote opbrengst 2024 is inclusief de verwerking van besluiten die in 2024 genomen zijn, en geleid hebben tot een wijziging van de primitieve begroting.
  

2025 Onroerende zaakbelastingen

Terug naar navigatie - 2025 Onroerende zaakbelastingen

Onder de naam ‘onroerende zaakbelastingen’ worden op onroerende zaken die binnen de gemeentegrenzen liggen, de volgende belastingen geheven:
•    een eigenarenbelasting van degenen die bij het begin van het kalenderjaar eigenaar zijn van onroerende zaken (formeel: “het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht”);
•    een gebruikersbelasting van degenen die bij het begin van het kalenderjaar onroerende zaken gebruiken. Dit geldt niet voor woningen. 
De heffingsgrondslag voor 2024 is de waarde van de onroerende zaak naar peildatum 1 januari 2023.

Ontwikkeling van de OZB tarieven

Tarieven 2024 2025*
Woningen     
eigenaren 0,07287% 0,08183%
Niet-woningen    
Eigenaren 0,24545% 0,27564%
Gebruikers  0,19512% 0,21912%

* Tarieven 2025 zijn gebaseerd op de tarieven 2024 verhoogd met 12,3% (inflatiecorrectie van 2,3% plus 10% extra stijging). De definitieve tarieven zijn pas in december bekend waarbij rekening is gehouden met de verwachte WOZ-waardeontwikkeling.

Opbrengst

Rekening 2023 Begroting 2024

Begroting 2025

Eigenaren woningen € 7.224.488 € 7.680.914 €8.692.367
Eigenaren niet-woningen € 3.010.516 € 3.070.215 €3.442.680
Gebruikers niet-woningen € 4.249.914 € 4.322.050 €4.848.307
Totaal € 14.484.918 € 15.073.179 €16.983.354

 

2025 Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - 2025 Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing wordt geheven van degenen die in de gemeente gebruik maken van een perceel, waarvoor een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval geldt. De kosten die de gemeente maakt voor het beheer van de huishoudelijke afvalstoffen worden omgezet in tarieven die de kosten moeten dekken. In de afvalstoffenheffing zijn kosten verrekend voor het transport en verwerken van de huishoudelijke afvalstoffen, inkoop en onderhoud containers voor huishoudens, communicatie, milieustraat en het regelen hiervan.

Activiteiten zoals het vegen van wegen, opruimen zwerfafval en reinigen winkelcentra dienen meerdere doelen. Een van de doelen bij deze activiteiten is het opruimen van verkeerd aangeboden huishoudelijk afval. Het kostendeel van deze activiteiten met dit doel wordt toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Gederfde inkomsten door kwijtschelding afvalstoffenheffing maken ook deel uit van de afvalstoffenheffing.

Tarieven
Voor 2025 zijn de tarieven verhoogd met de inflatiecorrectie van 2,3%. De definitieve tarieven worden vastgesteld in de raadsvergadering van december. 

Tarieven per soort huishoudens 2024 2025
Eenpersoonshuishoudens € 200,40 €204,96
Meerpersoonshuishoudens €  267,60 €273,72

 

Berekening kostendekkenheid afvalstoffenheffing (bedragen x € 1.000)

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente
Kosten kwijtschelding afvalstoffenheffing (minimabeleid) taakveld 6.3 241
Diverse directe kosten van taakveld 7.3 afvalstoffenheffing zoals loonkosten, ophalen en verwerken van afval. 7.455

Kosten bestrijding zwerfvuil (50%) taakveld 2.1. Uitgangspunt is om zo weinig mogelijk zwerfvuil te krijgen in het rioolstelsel. Door het schoonhouden van de kolken wordt hierdoor een groot gedeelte van het zwerfvuil verzameld. Het afvoeren van dit zwerfvuil is goedkoper dan het reinigen vanuit de riolering. 50% van de kosten wordt aan de rioolheffing toegerekend en 50% aan de afvalstoffenheffing.

179
Kosten reiniging winkelcentra (30%) taakveld 2.1. Uitgangspunt is zo weinig mogelijk zwerfvuil te krijgen in het rioolstelsel en de afval op straat te verminderen. Binnen het winkelcentra is de hoeveelheid van het zwerfvuil groter ten opzichte van andere gebieden. Naast de beeldkwaliteit is de impact van overlast op het riool groter en daardoor nemen de kosten toe. 30% van de kosten rekenen we toe aan de rioolheffing, 30% aan de afvalstoffenheffing en 40% aan de algemene middelen. 100

Kosten vegen wegen (30%) taakveld 2.1.  Voor het functioneren van de riolering vanwege het feit dat mensen hun afvalstoffen verkeerd aanbieden (weggooien) en voor de verkeersveiligheid worden de wegen geveegd. 30% van de kosten rekenen we toe aan de rioolheffing, 30% aan de afvalstoffenheffing en 40% aan de algemene middelen.

98
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen
Bijdrage voorziening afvalstoffenheffing en inkomsten gescheiden inzamelingen milieustraat (taakveld 7.3) -2.579

Bijdrage voorziening afvalstoffenheffing voor de kosten bestrijding zwerfvuil, reiniging winkelcentra en vegen wegen (taakveld 2.1)

-468

Bijdrage voorziening afval t.b.v. minimabeleid kwijtschelding afvalstoffenheffing (taakveld 6.3)

-241
Netto kosten taakveld 4.785

Toe te rekenen kosten:

 

-overhead inclusief (omslag) rente: betreft de toerekening van overhead (75,36%) over de loonkosten+ inhuur van de toegerekende kosten uit taakveld 2.1 en 7.3

610

-btw: de btw over de voor afval gemaakte kosten mag als last toegerekend worden aan de afvalstoffenheffing, ook al geeft die omzetbelasting recht op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds

848

Totale kosten

6.243

Opbrengst heffingen

6.243

Dekkingspercentage

100,00%

 

2025 Rioolheffingen

Terug naar navigatie - 2025 Rioolheffingen

Gemeenten hebben vanuit de Wet gemeentelijke watertaken de zorg voor het transport voor afval- en hemelwater en ook de zorg om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand tegen te gaan. De rioolheffing is het instrument om deze taken te bekostigen.  Onder de naam rioolheffing wordt een recht geheven van alle eigenaren of gebruikers van percelen, die direct dan wel indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering. 

Beleidsuitgangspunt van de rioolheffing is een kostendekkende begroting, die zorgt voor een onderbouwing van de benodigde inkomsten voor riolering en waterzorg. De heffingssystematieken van de voormalige gemeenten Uden en Landerd zijn in 2024 geharmoniseerd. Er is gekozen voor een combinatie van een eigenarenheffing en een gebruikersheffing. 


Onderstaand zijn de vastgestelde tarieven 2024 en concept tarieven 2025 opgenomen. Het tarief voor 2025 is gebaseerd op een inflatiecorrectie van 2,30% + een aanvullende stijging van 1,6% volgens het vastgesteld rioleringsplan (POW&R). De definitieve tarieven 2025 worden in december aan de raad voorgelegd ter besluitvorming.

Tarieven 2024 2025
Eigenarendeel € 132,60 € 137,76
Het gebruikersdeel bedraagt voor een perceel dat in hoofdzaak wordt gebruikt als woning bij meer dan 1 persoon € 94,80 € 98,52
Het gebruikersdeel voor een perceel dat wordt bewoond door één persoon  €54,60 € 56,76
Het gebruikersdeel bedraagt voor de overige percelen voor elke volle eenheid van 250 kubieke meters water bij een hoeveelheid water:    
     - van 0 t/m 250 m3 €94,80 € 98,52
     - van 251 m3 tot en met 1.000 m3 €104,80 € 108,84
     - van 1.001 m3 tot en met 2.500 m3 €114,80 € 119,28
     - van 2.501 m3 tot en met 5.000 m3 €124,80 € 129,60
Voor tarieven boven 5.000 m3 zie de verordening.     

 

Berekening kostendekkendheid rioolheffing (bedragen x € 1.000)

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente
Kosten kwijtschelding rioolheffing (minimabeleid) taakveld 6.3 100
Diverse directe kosten van taakveld 7.2 riolering, zoals loonkosten, onderhoud riolering en kapitaallasten 5.315
Kosten bestrijding zwerfvuil (50%) taakveld 2.1. Uitgangspunt is om zo weinig mogelijk zwerfvuil te krijgen in het rioolstelsel. Door het schoonhouden van de kolken wordt hierdoor een groot gedeelte van het zwerfvuil verzameld. Het afvoeren van dit zwerfvuil is goedkoper dan het reinigen vanuit de riolering. 50% van de kosten wordt aan de rioolheffing toegerekend en 50% aan de afvalstoffenheffing. 179
Kosten reiniging winkelcentra (30%) taakveld 2.1. Uitgangspunt is zo weinig mogelijk zwerfvuil te krijgen in het rioolstelsel en de afval op straat te verminderen. Binnen het winkelcentra is de hoeveelheid van het zwerfvuil groter ten opzichte van andere gebieden. Naast de beeldkwaliteit is de impact van overlast op het riool groter en daardoor nemen de kosten toe. 30% van de kosten rekenen we toe aan de rioolheffing, 30% aan de afvalstoffenheffing en 40% aan de algemene middelen. 100
Kosten vegen wegen (30%) taakveld 2.1.  Voor het functioneren van de riolering vanwege het feit dat mensen hun afvalstoffen verkeerd aanbieden (weggooien) en voor de verkeersveiligheid worden de wegen geveegd. 30% van de kosten rekenen we toe aan de rioolheffing, 30% aan de afvalstoffenheffing en 40% aan de algemene middelen. 98
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen
Betreft bijdrage voorziening egalisatie riolering en reserve dekking kapitaallasten (taakveld 7.2) -36
Bijdrage voorziening egalisatie riolering voor de kosten bestrijding zwerfvuil, reiniging winkelcentra en vegen wegen (taakveld 2.1) -468
Bijdrage voorziening egalisatie rioolheffing t.b.v. minimabeleid kwijtschelding afvalstoffenheffing (taakveld 6.3) -100
Netto kosten taakveld 5.187
Toe te rekenen kosten:
-overhead inclusief (omslag)rente: betreft de toerekening van overhead (81,75%) over de loonkosten+ inhuur van de toegerekende kosten uit taakveld 2.1 en 7.3 659
-btw: de btw over de voor riool gemaakte kosten mag als last toegerekend worden aan de rioolheffing, ook al geeft die omzetbelasting recht op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds 705
Totale kosten 6.552
Opbrengst heffingen 6.552
Dekkingspercentage 100,00%

 

2025 Begrafenisrechten

Terug naar navigatie - 2025 Begrafenisrechten

Voor het gebruik van de begraafplaats en het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats, worden rechten geheven.
Algemeen uitgangspunt voor de begrafenisrechten is een aanpassing van de tarieven met alleen de inflatiecorrectie (2,3% voor 2025), waarbij de tarieven rekenkundig worden afgerond op eenheden van € 1.

Een overzicht van de tarieven is zichtbaar in de verordening begrafenisrechten.

Berekening kostendekkendheid Begraafplaatsen (x € 1.000)

Omschrijving onderdeel Totale kosten Totale inkomsten Kostendekkendheids %
Recht € 59.170 €50.741 85,75 %
Begraven € 62.706 € 60.357 96,25 %
Gedenkteken € 4.102 € 4.108 97,71 %
Opgraven € 13.412 € 13.639 101,69%
Asverstrooing € 368 € 364 98,91%
Onderhoud € 253.461 € 120.500 47,54 %
Totaal (inclusief onderhoud) € 393.219 € 249.609 63,48 %
Totaal (exclusief onderhoud) € 139.219 € 129.609 92,38 %

De gemeente Maashorst beschikt over twee openbare begraafplaatsen, te weten in Uden en Schaijk.
Harmonisatie van de verordeningen en tarieven van de twee begraafplaatsen heeft plaatsgevonden en is in 2024 doorgevoerd. Op beide begraafplaatsen wordt nu eenzelfde beleid gevoerd en worden gelijke tarieven gehanteerd. Dit wordt in 2025 doorgezet.
Een deel van de tarieven hebben betrekking op éénmalige handelingen. Te weten verlenen en verlengen van recht, begraven, vergunning verlenen voor het plaatsen van een gedenkteken, opgraven en as-verstrooiing. Voorgesteld deze middels ruim 92% kostendekkendheid, bij benadering uitgangspunt in het bestuursakkoord, vast te stellen. Hiermee liggen deze nieuwe tarieven in de lijn van omliggende grote gemeenten. Een integraal onderzoek over de toekomst van de begraafplaatsen zal uitwijzen of de kostendekkendheid voor de toekomst gegarandeerd kan blijven.

Het onderhoud van de begraafplaatsen is al jaren niet kostendekkend. Al jaren geleden is de trend van afnemende vraag naar begraven zichtbaar in het hele land. Ook de gemeente Maashorst heeft hier mee te maken. Doordat de begraafplaatsen steeds ‘leger’ worden en dus minder inkomsten binnen komen voor het onderhoud van de begraafplaatsen, gaat dit ten koste van de kostendekkendheid. Hiernaast wordt groenonderhoud steeds kostbaarder. We voorzien nu dat de kostendekkendheid van het onderhoud op de begraafplaatsen onder de 50% gaat dalen in/na 2025. De waarde en functie van de begraafplaatsen binnen de gemeente Maashorst moet nader bepaald worden om tot een uitspraak te kunnen komen over het wel of niet in stand houden van de begraafplaatsen en op welke manier. Zo krijgt een deel van de Udense begraafplaats binnenkort een meer openbare parkfunctie. Een onderzoek hiernaar wordt opgestart.    

2025 Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - 2025 Parkeerbelasting

Onder de naam parkeerbelastingen worden de volgende belastingen geheven:

  • een belasting voor het parkeren van een voertuig op een door het college van B&W te bepalen plaats, tijdstip en wijze
  • een belasting voor een door de gemeente verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Het tarief voor 2025 voor parkeren bedraagt € 1,00 per uur. Voor het parkeerterrein bij ziekenhuis Bernhoven geldt een tarief van  €1,25.

Parkeren Programmarekening 2023 Programmabegroting 2024 Programmabegroting 2025
Straatparkeren incl. vergunningen en boetes € 1.744.452 € 1.560.160 €1.560.160
Parkeergarage Brabantplein € 46.544 € 49.957 €49.957
Parkeerdek Centrumplan-Hoek-Promenade  € 146.428 € 112.386 €112.386
Ziekenhuis Bernhoven € 376.630 € 675.211 €675.211
Totaal € 2.314.055 € 2.397.714 €2.397.714

 

2025 Reclamebelasting

Terug naar navigatie - 2025 Reclamebelasting

Onder de naam reclamebelasting wordt een belasting geheven voor een openbare aankondiging, die zichtbaar is vanaf de openbare weg. De opbrengst van de heffing wordt, na aftrek van de heffingskosten, aan de vereniging UCO (Udense Centrum Ondernemers) in de vorm van een subsidie overgedragen. Daarnaast wordt de centrummanager deels uit deze heffing gedekt. De besteding dient ten goede te komen aan het algemene ondernemersklimaat van het centrum van Uden.
Het tarief voor 2025 is gebaseerd op het tarief 2024 inclusief inflatiecorrectie van 2,30%.

Omschrijving tarief 2024 2025
openbare aankondigingen met een oppervlakte tot 0,5m2 € 563 € 576
openbare aankondigingen met een oppervlakte van 0,5m2 tot 10m2 € 775 € 793
openbare aankondigingen met een oppervlakte van 10m2 tot 20m2 € 849 € 869
openbare aankondigingen met een oppervlakte vanaf 20m2 € 924 € 945

2025 Marktgelden

Terug naar navigatie - 2025 Marktgelden

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven voor het tijdens marktdagen innemen van standplaatsen, of het plaatsen van kramen op plaatsen die als marktterrein zijn aangewezen. Uitgangspunt voor de marktgelden is een aanpassing van de tarieven met alleen het netto inflatiepercentage van 2,3%.

 

  2024 2025
Opbrengsten marktgelden en losse standplaatsen inclusief promotie en kraamhuur  €80.989 €84.642
Tarief Markt Uden per kwartaal per strekkende meter

€25,35

€25,93

Tarief Markt Schaijk per kwartaal per strekkende meter

€19,11 €19,55

 

Berekening kostendekkendheid Marktgelden (x € 1.000)

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente    
Diverse directe kosten van taakveld 3.1 economische ontwikkeling, zoals loonkosten, elektriciteitsverbruik en promotie 102
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen    0
Netto kosten taakveld     102
Toe te rekenen kosten    
-overhead inclusief (omslag) rente: betreft de toerekening van overhead (75,36%) over de loonkosten+ inhuur   50
Totale kosten     152
Opbrengsten heffingen     85
Dekkingspercentage 55,79%

 

2025 Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - 2025 Toeristenbelasting

De onderneming die overnachtingen aanbiedt, dient toeristenbelasting te betalen. Deze belasting mogen zij doorbelasten naar de gebruikers van de accommodaties.

De tarieven zijn:
• hoog tarief: hotels, B&B, vakantieparken, particuliere verhuur
• laag tarief: campings, groepsaccommodaties, kampeerboerderijen

 

  2024 2025
Opbrengst toeristenbelasting  * € 487.782 €499.001
Tarieven:    
-Hoog tarief per persoon per overnachting € 1,30 €1,30
-Laag tarief per persoon per overnachting €0,90 €0,95

     * Door de komst van het AZC in Hotel Van der Valk ontvangen wij vanaf oktober 2023 t/m oktober 2026 geen toeristenbelasting van hen. Het gaat om een bedrag van circa € 50.000 per jaar. We zullen dit doorbelasten / in rekening brengen bij het COA en verwerken in een volgend product van de P&C-cyclus. Bovenstaande opbrengsten zijn inclusief de genoemde €50.000 die we              doorbelasten aan het COA. 

De tarieven 2025 zijn berekend door de tarieven 2024 te verhogen met de inflatiecorrectie van 2,3%. De definitieve tarieven worden vastgesteld tijdens de raadsvergadering van december.

Vrijstelling
In de verordening toeristenbelasting is een vrijstelling opgenomen voor georganiseerde jeugdbewegingen. Onder georganiseerde jeugdbeweging wordt verstaan: een jeugdorganisatie op levensbeschouwelijke of ideologische grondslag die de ‘verheffing’ van het volk, of ‘verbetering’ van de jeugd ten doel heeft door middel van opvoeding in en kennismaking met cultuur, natuur, sport en spel. Hieronder worden mede scholen begrepen.
Daarnaast hoeven gasten die in de gemeente Maashorst wonen geen toeristenbelasting te voldoen.

2025 Forensenbelasting

Terug naar navigatie - 2025 Forensenbelasting

Deze belasting wordt geheven van eigenaren die een gemeubileerde (vakantie)woning in Maashorst in hebben, daar niet staan ingeschreven en deze woning meer dan 90 dagen per jaar voor zichzelf beschikbaar hebben.

 

Forensenbelasting 2024 2025
Begrote opbrengst forensenbelasting €34.428 €35.220

Tarieven

- Oppervlakte kleiner dan 45m2

- Oppervlakte 45-100m2

-Oppervlakte 100m2 en groter

 

€144,90

€219,15

€438,30

 

€148,25

€224,20

€448,40

2025 Inzicht in kostendekkendheid leges

Terug naar navigatie - 2025 Inzicht in kostendekkendheid leges

Dit onderdeel bevat een op hoofdlijnen inzicht in de kostendekkendheid van de leges die hoogstens kostendekkend mogen zijn. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt:

  • hoe bij de berekening van tarieven van de heffingen bewerkstelligd wordt dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden;
  • wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen;
  • hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.

Er wordt onderscheid gemaakt in direct toe te rekenen kosten (zoals loonkosten, materiaalkosten etc.) en een opslag voor overhead. Omtrent overhead wordt nader ingegaan in paragraaf bedrijfsvoering.

Kostprijsberekening methode
Om de kostprijs van de diverse producten (zoals paspoorten, bouwvergunningen, etc.) te berekenen, hanteert de gemeente Maashorst de methode Activity Based Costing method (ABC methode). Dit is in onze ogen de beste en meest transparante methode. Bij deze methode worden alle handelingen om te komen tot een prestatie onderzocht en vervolgens vermenigvuldigd met de uurprijs van een behandelend ambtenaar. Zodoende wordt van alle producten inzichtelijk gemaakt wat de gemiddelde tijdsbelasting is, en hoeveel producten er verkocht worden. 

Kruissubsidiëring
Wanneer er sprake is van veel verschillende tarieven in een verordening, zoals bij leges, hoeft de maximale kostendekkendheid niet per tarief te gelden. Zolang het maximum van 100% voor het geheel niet overschreden wordt, kan dit per tarief wel gelden. Door kruissubsidiëring is het mogelijk om de surplus aan legesontvangsten op bepaalde producten te gebruiken om het tekort aan ontvangsten op andere producten te dekken.

Op het uitgangspunt van verordeningsbrede kruissubsidiëring bestaan enkele uitzonderingen:

  • De Europese Dienstenrichtlijn beperkt de mogelijkheden voor kruissubsidiëring bij leges die samenhangen met bedrijfsactiviteiten tot een cluster van samenhangende vergunningen.
  • De wetgeving over de omgevingsvergunning gaat ervan uit dat alleen binnen de omgevingsvergunning kruissubsidiëring kan worden toegepast en niet met dienstverlening erbuiten.

Toerekenbare kosten
Om te bepalen welke kosten toerekenbaar zijn, is gebruik gemaakt van de 'Handreiking kostentoerekening leges en tarieven' (opgesteld in opdracht van het ministerie van BZK), en van het VNG kostenmodel. Er is geen wettelijk voorgeschreven lijst van toe te rekenen kosten en baten. Er zijn uitsluitend richtlijnen, waarvan een groot deel voortvloeit uit jurisprudentie. Er mogen alleen kosten worden toegerekend die direct met de dienstverlening samenhangen. Tot de toe te rekenen kosten behoren o.a.:

  • directe loonkosten;
  • overheadkosten*;
  • directe materiaalkosten;
  • perceptiekosten (kosten heffen en invorderen);
  • kosten bezwaar en beroep gericht tegen de belastingheffing of belastinginvordering;
  • kosten oninbaarheid;
  • kosten kwijtschelding;
  • BTW kosten;
  • voorlichtingskosten, voor zover niet samenhangend met beleidsvoorbereiding en beleidsvaststelling;
    kosten met betrekking tot handhaving, toezicht en controle mits het hier de eerste controle op het nakomen van vergunningsverlening betreft of specifiek samenhangt met de verleende dienst, zoals de milieucontrole bij afvalstoffenheffing.

* Definitie overheadkosten volgens de 'Notitie overhead van de commissie BBV: Overheadkosten zijn de kosten die verhaald mogen worden, die weliswaar niet rechtstreeks samenhangen met de verleende dienst, maar er wel verband mee hebben.

Niet-toerekenbare kosten
De kosten die niet direct met de dienstverlening samenhangen mogen niet doorberekend worden. Het gaat hierbij onder meer om:

  • kosten voor beleidsvoorbereiding;
  • kosten voor handhaving, toezicht en controle, tenzij het om de bij toerekenbare kosten genoemde uitzonderingen gaat;
  • kosten van inspraak- en bezwaarprocedures, met uitzondering van hetgeen bij toerekenbare kosten genoemd wordt.

Berekening kostendekkendheid Legesverordening Gemeente Maashorst

Hieronder worden de resultaten per Hoofdstuk van de legesverordening gepresenteerd bij de begroting van 2024

Recapitulatie hoofdstuk 1, 2 en 3 Totale lasten Totale opbrengsten Kostendekking
Kostendekkendheid hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening € 1.402.336 € 1.178.022 84,00%
Kostendekkendheid hoofdstuk 2 Omgevingswet € 2.400.000 € 2.123.113 88,46%
Kostendekkendheid hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn € 31.507 € 27.611 87,63%
Kostendekkendheid totale tarieventabel € 3.833.843 € 3.328.746 86,83%

 

De kostendekkendheid van gemeente Maashorst voldoet hiermee aan de wettelijk gestelde eisen. Hieronder wordt ingezoomd op detailberekeningen per hoofdstuk van de legesverordening.

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Onder de naam ‘secretarieleges’ wordt een aantal verschillende rechten geheven voor verstrekte diensten. De tarieventabel in hoofdstuk 1 van de legesverordening kent dan ook een diversiteit aan tarieven. De tarieven voor 2025 zijn gebaseerd op die van 2024 en waar mogelijk aangepast met de inflatiecorrectie van 2,30%. Tevens zijn de uurtarieven herzien op basis van de begrotingscijfers 2025.

Paragraaf Omschrijving Directe kosten              Loonkosten Overhead Opbrengsten Kostendekkendheid
1 Burgerlijke stand

     € 58.964 

€ 65.517 

€ 49.363 € 98.637 56,74%
2 Reisdocumenten € 332.961 € 188.599 € 142.135 € 622.276 93,76%
3 Rijbewijzen € 79.369 € 87.198 € 65.715 € 220.008 94,72%
4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen € 6.863 € 34.245  € 25.799 € 24.859 37,16%
5 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensverwerking of AVG € 0 € 0  € 0 € 0 0,00%
6 Bestuursstukken € 0 € 0  € 0 € 0 0,00%
7 Overige publiekszaken € 3.385 € 6.677  € 5.031 € 8.562 56,73%
8 Gemeentearchief € 0 € 0  € 0 € 0 0,00%
9 Leegstandswet € 240 € 1.140  € 859 € 2.186 97,63%
10 Kansspelen € 0 € 753  € 568 € 3.725 281,77%
11 Ondergrondse infrastructuren € 0 € 74.101  € 49.723 € 125.300 101,19%
12 Verkeer en vervoer € 31.490 € 30.977  € 23.342 € 39.709 46,28%
13 Diversen € 10.419 € 15.343  € 11.562 € 32.760 87,77%
  Totale kostendekkendheid hoofdstuk 1 € 523.691 € 504.550  € 374.097 € 1.178.022 84,00%

 

De kostendekkendheid van Hoofdstuk 1 ligt met 84,00% in lijn met de kostendekkendheid van Hoofdstuk 1 in de begroting 2024 van 84,32%. Er zijn geen materiële wijzigingen geweest in producten, kosten en / of processen.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Onder de naam ‘omgevingswet’ worden een aantal verschillende rechten geheven voor verstrekte diensten. De tarieventabel in hoofdstuk 2 van de legesverordening kent dan ook een diversiteit aan tarieven. De tarieven voor 2025 zijn gebaseerd op de tarieven 2024, aangepast met de inflatiecorrectie van 2,30%. Tevens zijn de uurtarieven herzien op basis van de begrotingscijfers 2025.

Paragraaf Omschrijving Directe kosten  Loonkosten Overhead Opbrengsten Kostendekkendheid
1 Algemene bepalingen € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
2 Voorfase € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken € 0 € 1.368.613 € 1.031.387 € 2.123.113 88,46%
4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed                              € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
5 Milieubelastende activiteiten € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
6 Lozingsactiviteiten € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
7 Aanlegactiviteiten € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
8 Overige activiteiten € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
10 Gelijkwaardigheid € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
11 Overige tarieven € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
12 Modaliteiten € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
13 Vermindering € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
14 Teruggaaf € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
  Totale kostendekkendheid hoofdstuk 2 € 0 € 1.368.613 € 1.031.387 € 2.123.113 88,46%

 

De kostendekkendheid van Hoofdstuk 2 ligt met 88,46% op ongeveer hetzelfde niveau als in de begroting 2024 (86,47%). 
De intrede van de nieuwe omgevingswet (en het uitstel van een deel van deze wetgeving (WKB, m.b.t verbouwen)) per 1 januari 2024, maakt een goed vergelijk tussen voorgaande jaren en 2025 lastig.  De effecten vanuit deze nieuwe wetgeving worden gaandeweg 2024 / 2025 beter zichtbaar. 

Hoofdstuk 3 Europese Dienstenrichtlijn
De tarieven voor 2025 zijn gebaseerd op de tarieven 2024 aangepast met de inflatiecorrectie van 2,30%. Tevens zijn de uurtarieven herzien op basis van de begrotingscijfers 2025.

 

Paragraaf Omschrijving Directe kosten Loonkosten Overhead Opbrengsten Kostendekkendheid
1 Horeca  € 0  € 8.126 € 6.125 € 14.639 102,74%
2 Organiseren evenementen   € 0 € 9.195 € 6.930 € 12.222 75,80%
3 Prostitutiebedrijven € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
4 Winkeltijdenwet  € 0 € 646 € 487 € 750 66,20%
5 Collecteren € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking € 0 € 0 € 0 € 0 0,00%
  Totale kostendekkendheid hoofdstuk 3 € 0  € 17.967 € 13.542 € 27.611 87,63%

 

Hoofdstuk 3 is een klein onderdeel van de legesverordening wat voor een grootdeel bestaat uit horeca- en evenementenvergunningen.  Er heeft een kleine aanpassing in de processen plaatsgevonden, waardoor de kostendekkendheid licht gedaald is van 89,92% in de begroting 2024 naar 87,63% in de begroting 2025. 

2025 Lastendruk t.o.v. buurgemeenten

Terug naar navigatie - 2025 Lastendruk t.o.v. buurgemeenten

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de lastendruk voor inwoners en een vergelijking met enkele buurgemeenten. 

  Bernheze Meierijstad Oss Maashorst
  2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024
Onroerende zaakbelasting
Tarief eenpersoonshuishoudens 0,0847 0,0842 0.08567 0.08540 0,0915 0,0927 0,0726 0,07287
Tarief meerpersoonshuishoudens 0,3052 0,3092 0.18587 0.19232 0,2346 0,2666 0,2520 0,24545
Afvalstoffenheffing woningen
Tarief eenpersoonshuishoudens 177 193 203 202 246 237 192 200
Tarief meerpersoonshuishoudens 230 247 245 242 276 269 257 268
Rioolheffing woningen
Tarief eenpersoonshuishoudens 206 215 178 177 178 178 186 187
Tarief meerpersoonshuishoudens 206 215 189 189 178 178 200 227
Gemeentelijke woonlasten
Eenpersoonshuishoudens 808 837 779 794 805 819 713 737
Meerpersoonshuishoudens 861 891 832 847 835 851 791 844

Rangnummer t.o.v. alle gemeenten

(voor het rangnummer geldt dat nummer 1 de laagste woonlasten heeft)

 

73

 

67

 

57

 

37

 

59

 

42

 

31

 

35

                 

 

Uitgangspunt voor ons blijft zo laag mogelijk gemeentelijke lasten bij een zo hoog mogelijk voorzieningenniveau. Als we kijken naar het jaarlijks opgestelde vergelijkend onderzoek naar gemeentelijke lasten over 2024  (zie bovenstaand, bron: Coelo.nl) bezet Maashorst landelijk gezien de 35e plaats van 345 vergeleken gemeenten. 35 betekent in dit geval dat er 310 gemeenten duurder zijn. De vergelijking gaat over OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing voor meerpersoonshuishoudens. Als we kijken naar de provincie Noord-Brabant staan we op plek 8 van 55 gemeenten. 47 gemeenten in onze provincie hebben dus hogere lasten.

Als we naast de gebruikelijke indexatie de extra verhoging OZB van 10% hierin meetellen (€ 35 stijging per jaar) staan we in Noord-Brabant  op plek 17 van de 55 gemeenten. Uiteraard is de verwachting dat meer gemeenten de OZB in 2025 gaan verhogen. Daar is nu nog geen rekening mee gehouden en daarom geeft deze plek niet meer dan een indicatie.