Jaarlijks verschijnen er drie circulaires vanuit het Rijk. De meicirculaire geeft de vertaling van de Voorjaarsnota van de Rijksoverheid, de septembercirculaire is de vertaling van de Miljoenennota (de rijksbegroting) en de decembercirculaire rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af.
In 2023 is ook een maartbrief verschenen. Geen officiële circulaire, maar wel een richtinggevend document om op te nemen in de Kadernota 2024. Volgens de wettelijke voorschriften moet de Programmabegroting van een gemeente minimaal gebaseerd zijn op de uitgangspunten zoals opgenomen in de meicirculaire. Daar voldoet de gemeente Maashorst aan.
Tot vorig jaar gold voor de groei van het gemeentefonds dat bij een stijging van de rijksuitgaven het gemeentefonds evenredig meegroeide. Bij een daling was dezelfde systematiek van kracht. Daalden de rijksuitgaven als gevolg van bezuinigingen, dan daalde het gemeentefonds evenredig mee. Dit noemen we de trap-op-trap-af-systematiek. Nadeel hiervan was dat het beeld van de rijksuitgaven tussen mei en september vaak fluctueerde - en daarmee ook de uitkering uit het gemeentefonds. Vooruitlopend op een nieuwe systematiek is vorig jaar besloten om de jaarlijkse groei van het gemeentefonds te splitsen in een ‘volumedeel’ en een ‘LPO-deel’ (loon- en prijsontwikkelingen).
Het volumedeel staat voor de komende jaren vast. Het LPO-deel groeit evenredig mee met de omvang van de inflatie. Valt de inflatie hoger uit, dan stijgt ook het LPO-deel. Valt de inflatie lager uit, dan daalt ook dit deel van de uitkering evenredig mee. De index die hiervoor gebruikt wordt, is het gewogen gemiddelde van drie indices: de loonvoet sector overheid (60%), de index materiële overheidsconsumptie (20%) en de index overheidsinvesteringen (20%). Dit betekent dat de groei van het gemeentefonds voor de jaren tot en met 2025 alleen nog wijzigt als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen. Dit biedt gemeenten voor de komende jaren zekerheid over hun inkomsten en beschikbare vrije ruimte, ook wanneer de uitgaven van het Rijk achterblijven bij de ramingen.
Compensatie Jeugdzorg 2024 -2027
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
prognose Maashorst in algemene uitkering |
4.136.000 |
2.488.000 |
|
|
Stelpost overige jaren 100% |
|
|
1.063.000 |
652.000 |
Het Rijk, IPO en VNG hebben een afspraak gemaakt over de op te nemen extra middelen jeugdzorg in de meerjarenraming van begroting 2024. In aanvulling op de bedragen in de meicirculaire 2023 (voor de jaren tot en met 2025) mogen de extra middelen jeugdzorg ook voor de jaren 2026-2027 opgenomen worden in de meerjarenraming van begroting 2024. Dit is conform de uitspraak van de Commissie van Wijzen.
Daarnaast mag rekening gehouden worden met een verlaging van de uitgaven voor jeugdzorg waarvan het Rijk heeft aangegeven de verantwoordelijkheid te nemen. Officieel zijn de middelen nog niet beschikbaar gesteld, en nog afhankelijk van besluitvorming door het Rijk. Hieraan is dus wel een risico verbonden.
De gezamenlijke toezichthouders van alle provincies staan toe dat gemeenten een stelpost opnemen van 100% van hun aandeel in de genoemde extra inkomsten voor 2026 (macro € 284 miljoen) en 2027 (macro € 211 miljoen). Ook zijn zij akkoord met opname van een stelpost voor verlaging van de uitgaven voor jeugdzorg voor de jaren 2025-2027. Dit is voor de genoemde aanvullende maatregelen/besparingen van € 500 miljoen in 2025, oplopend naar € 511 miljoen in 2027, waarvan het Rijk heeft aangegeven hiervoor de verantwoordelijkheid te nemen.
De consequenties voor de gemeente Maashorst hebben we opgenomen in de berekening van de algemene uitkering. Dit is afgestemd met onze toezichthouder, de provincie Noord-Brabant.
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Totaal algemene uitkering (Programmabegroting 2024) |
123.679.930 |
124.409.812 |
113.819.503 |
111.980.145 |