Dit onderdeel bevat een op hoofdlijnen inzicht in de kostendekkendheid van de leges die hoogstens kostendekkend mogen zijn. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt:
- hoe bij de berekening van tarieven van de heffingen bewerkstelligd wordt dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden;
- wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen;
- hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.
Er wordt onderscheid gemaakt in direct toe te rekenen kosten (zoals loonkosten, materiaalkosten etc.) en een opslag voor overhead. Omtrent overhead wordt nader ingegaan in paragraaf bedrijfsvoering.
Kostprijsberekening methode
Om de kostprijs van de diverse producten (zoals paspoorten, bouwvergunningen, etc.) te berekenen, hanteert de gemeente Maashorst de methode Activity Based Costing method (ABC methode). Dit is in onze ogen de beste en meest transparante methode. Bij deze methode worden alle handelingen om te komen tot een prestatie onderzocht en vervolgens vermenigvuldigd met de uurprijs van een behandelend ambtenaar. Zodoende wordt van alle producten inzichtelijk gemaakt wat de gemiddelde tijdsbelasting is, en hoeveel producten er verkocht worden.
Kruissubsidiëring
Wanneer er sprake is van veel verschillende tarieven in een verordening, zoals bij leges, hoeft de maximale kostendekkendheid niet per tarief te gelden. Zolang het maximum van 100% voor het geheel niet overschreden wordt, kan dit per tarief wel gelden. Door kruissubsidiëring is het mogelijk om de surplus aan legesontvangsten op bepaalde producten te gebruiken om het tekort aan ontvangsten op andere producten te dekken.
Op het uitgangspunt van verordeningsbrede kruissubsidiëring bestaan enkele uitzonderingen:
- De Europese Dienstenrichtlijn beperkt de mogelijkheden voor kruissubsidiëring bij leges die samenhangen met bedrijfsactiviteiten tot een cluster van samenhangende vergunningen.
- De wetgeving over de omgevingsvergunning gaat ervan uit dat alleen binnen de omgevingsvergunning kruissubsidiëring kan worden toegepast en niet met dienstverlening erbuiten.
Toerekenbare kosten
Om te bepalen welke kosten toerekenbaar zijn, is gebruik gemaakt van de 'Handreiking kostentoerekening leges en tarieven' (opgesteld in opdracht van het ministerie van BZK), en van het VNG kostenmodel. Er is geen wettelijk voorgeschreven lijst van toe te rekenen kosten en baten. Er zijn uitsluitend richtlijnen, waarvan een groot deel voortvloeit uit jurisprudentie. Er mogen alleen kosten worden toegerekend die direct met de dienstverlening samenhangen. Tot de toe te rekenen kosten behoren o.a.:
- directe loonkosten;
- overheadkosten*;
- directe materiaalkosten;
- perceptiekosten (kosten heffen en invorderen);
- kosten bezwaar en beroep gericht tegen de belastingheffing of belastinginvordering;
- kosten oninbaarheid;
- kosten kwijtschelding;
- BTW kosten;
- voorlichtingskosten, voor zover niet samenhangend met beleidsvoorbereiding en beleidsvaststelling;
kosten met betrekking tot handhaving, toezicht en controle mits het hier de eerste controle op het nakomen van vergunningsverlening betreft of specifiek samenhangt met de verleende dienst, zoals de milieucontrole bij afvalstoffenheffing.
* Definitie overheadkosten volgens de 'Notitie overhead van de commissie BBV: Overheadkosten zijn de kosten die verhaald mogen worden, die weliswaar niet rechtstreeks samenhangen met de verleende dienst, maar er wel verband mee hebben.
Niet-toerekenbare kosten
De kosten die niet direct met de dienstverlening samenhangen mogen niet doorberekend worden. Het gaat hierbij onder meer om:
- kosten voor beleidsvoorbereiding;
- kosten voor handhaving, toezicht en controle, tenzij het om de bij toerekenbare kosten genoemde uitzonderingen gaat;
- kosten van inspraak- en bezwaarprocedures, met uitzondering van hetgeen bij toerekenbare kosten genoemd wordt.
Resultaten Kostendekkendheidsonderzoek Legesverordening Gemeente Maashorst
In 2023 is een kostendekkendheidsonderzoek van onze leges afgerond met uitzondering van de Omgevingswet. Deze worden vertaald naar de nieuwe legesverordening en-tarieven welke in december 2023 ter besluitvorming in de Raad wordt geagendeerd. De financiële effecten zijn dus nog niet in deze begroting meegenomen.
De rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn reeds (nagenoeg) kostendekkend. Voor enkele heffingen (marktgelden, grafrechten) is bewust door de raad besloten om geen kostendekkende tarieven in rekening te brengen. Bijvoorbeeld bij de marktgelden om de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van het centrum te behouden.
Tussentijdse gegevens van reeds geharmoniseerde processen zijn al verwerkt in de kostendekkendheidsberekening. Eventuele andere financiële effecten die nog uit het onderzoek naar voren komen, worden opgenomen in de programmabegroting 2025. Met name op het gebied van de Omgevingswet dienen op basis van een impactanalyse nog keuzes gemaakt te worden die gevolgen hebben op de categorieën en hoogte van de leges. Er zijn jaarlijks een aantal momenten dat de kostendekkendheid van de leges wordt berekend; bij de begroting, de jaarrekening en bij het vaststellen van de legesverordening.
Hieronder worden de resultaten per Titel van de legesverordening gepresenteerd bij de begroting van 2024
Recapitulatie hoofdstuk 1, 2 en 3 |
Totale lasten |
Totale opbrengsten |
Kostendekking |
Kostendekkendheid hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening |
€ 1.412.675 |
€ 1.191.134 |
84,32% |
Kostendekkendheid hoofdstuk 2 Omgevingswet |
€ 2.400.000 |
€ 2.075.380 |
86,47% |
Kostendekkendheid hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn |
€ 29.686 |
€ 26.694 |
89,92% |
Kostendekkendheid totale tarieventabel |
€ 3.842.361 |
€ 3.293.208 |
85,71% |
De kostendekkendheid van gemeente Maashorst voldoet hiermee aan de wettelijk gestelde eisen. Hieronder wordt ingezoomd op detailberekeningen per hoofdstuk van de legesverordening.
Tietel 1 Algemene dienstverlening
Onder de naam ‘secretarieleges’ wordt een aantal verschillende rechten geheven voor verstrekte diensten. De tarieventabel in hoofdstuk 1 van de legesverordening kent dan ook een diversiteit aan tarieven. De tarieven voor 2024 zijn gebaseerd op die van 2023, aangepast met de inflatiecorrectie van 4,22%. Tevens zijn de uurtarieven herzien op basis van de begrotingscijfers 2024.
Paragraaf |
Omschrijving |
Kosten |
Opbrengsten |
Kostendekking |
1 |
Burgerlijke stand |
€ 156.158
|
€ 95.385 |
61,08% |
2 |
Reisdocumenten |
€ 705.508 |
€ 647.270 |
91,75% |
3 |
Rijbewijzen |
€ 237.819 |
€ 220.251 |
92,61% |
4 |
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
€ 59.693 |
€ 24.318 |
40,74% |
5 |
Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensverwerking of AVG |
€ 0 |
€ 0 |
0,00% |
6 |
Bestuursstukken |
€ 0 |
€ 0 |
0,00% |
7 |
Overige publiekszaken |
€ 18.013 |
€ 10.526 |
58,44% |
8 |
Gemeentearchief |
€ 0 |
€ 0 |
0,00% |
9 |
Leegstandswet |
€ 2.404 |
€ 2.332 |
97,00% |
10 |
Kansspelen |
€ 2.127 |
€ 4.515 |
212,27% |
11 |
Ondergrondse infrastructuren |
€ 122.333 |
€ 123.300 |
100,79% |
12 |
Verkeer en vervoer |
€ 81.313 |
€ 38.750 |
47,66% |
13 |
Diversen |
€ 27.307 |
€ 24.487 |
89,67% |
|
Totale kostendekkendheid hoofdstuk 1 |
€ 1.412.675 |
€ 1.191.134 |
84,32% |
De kostendekkendheid van Titel 1 is gedaald van 92,35% in 2023 naar 84,32% in 2024 (-/- 8,0%-punt). Hier liggen een aantal oorzaken aan ten grondslag. Voornaamste oorzaken zijn:
• De loonkosten zijn de belangrijkste kostencomponent. De stijging van de loonkosten ligt boven de inflatiecorrectie van 4,22%, die toegepast is op de leges. Daarnaast zijn de door het Rijk vastgestelde tarieven van rijbewijzen en reisdocumenten voor 2024 momenteel nog niet bekend.
• Als gevolg van het kostendekkendheidsonderzoek zijn inmiddels diverse processen opnieuw in beeld gebracht. Hieruit is naar voren gekomen dat procestijden en kosten niet altijd correct waren opgenomen in de kostendekkendheidsberekening.
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Onder de naam ‘omgevingswet’ worden een aantal verschillende rechten geheven voor verstrekte diensten. De tarieventabel in hoofdstuk 2 van de legesverordening kent dan ook een diversiteit aan tarieven. De tarieven voor 2024 zijn gebaseerd op de tarieven 2023, aangepast met de inflatiecorrectie van 4,22%. Tevens zijn de uurtarieven herzien op basis van de begrotingscijfers 2024.
Paragraaf |
Omschrijving |
Totale kosten |
Totale opbrengsten |
Kostendekkendheid |
1 |
Algemene bepalingen |
€ 0 |
€ 0 |
|
2 |
Voorfase |
€ 0 |
€ 0 |
|
3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
€ 2.400.000 |
€ 2.075.380 |
86,47% |
4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
€ 0 |
€ 0 |
|
5 |
Milieubelastende activiteiten |
€ 0 |
€ 0 |
|
6 |
Lozingsactiviteiten |
€ 0 |
€ 0 |
|
7 |
Aanlegactiviteiten |
€ 0 |
€ 0 |
|
8 |
Overige activiteiten |
€ 0 |
€ 0 |
|
9 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
€ 0 |
€ 0 |
|
10 |
Gelijkwaardigheid |
€ 0 |
€ 0 |
|
11 |
Overige tarieven |
€ 0 |
€ 0 |
|
12 |
Modaliteiten |
€ 0 |
€ 0 |
|
13 |
Vermindering |
€ 0 |
€ 0 |
|
14 |
Teruggaaf |
€ 0 |
€ 0 |
|
|
Totale kostendekkendheid hoofdstuk 2 |
€ 2.400.000 |
€ 2.075.380 |
86,47% |
De kostendekkendheid van Titel 2 ligt met 86,47% op ongeveer hetzelfde niveau als in 2023 (86,26%).
De uitgaven en inkomsten in bovenstaande overzicht baseren zich op cijfers van 2023 waarbij de omgevingswet nog niet van kracht is.
De intrede van de nieuwe omgevingswet per 1 januari 2024 maakt een goed vergelijk tussen voorgaande jaren en 2024 momenteel nog niet mogelijk. Zodra de resultaten van de impactanalyse bekend zijn, zullen deze worden doorgevoerd in een nieuw actueel beeld van het kostendekkendheidspercentage voor de gemeente Maashorst in 2024. De impactanalyse laat het verschil zien tussen de leges die volgens de huidige legesverordening (t/m 2023) in rekening worden gebracht en welke leges onder de nieuwe omgevingswet (vanaf 2024) in rekening kunnen worden gebracht.
Tietel 3 Europese Dienstenrichtlijn
De tarieven voor 2024 zijn gebaseerd op de tarieven 2023 aangepast met de inflatiecorrectie van 4,22%. Tevens zijn de uurtarieven herzien op basis van de begrotingscijfers 2024.
Paragraaf |
Omschrijving |
Totale kosten |
Totale opbrengsten |
Kostendekkendheid |
1 |
Horeca |
€ 15.792 |
€ 14.032 |
88,86% |
2 |
Organiseren evenementen of markten |
€ 12.773 |
€ 11.928 |
93,38% |
3 |
Prostitutiebedrijven |
€ 0 |
€ 0 |
0,00% |
4 |
Winkeltijdenwet |
€ 1.121 |
€ 734 |
65,48% |
5 |
Standplaatsen en collectes |
€ 0 |
€ 0 |
0,00% |
6 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 0 |
€ 0 |
0,00% |
|
Totale kostendekkendheid hoofdstuk 3 |
€ 29.686 |
€ 26.694 |
89,92% |
Hoofdstuk 3 is een klein onderdeel van de legesverordening wat voor een grootdeel bestaat uit horeca- en evenementenvergunningen. Bij vaststelling van de legesverordening 2023 is het tarief voor evenementenvergunningen geharmoniseerd. Dit is de voornaamste oorzaak voor de stijging van de kostendekkendheid van 78,89% in de begroting 2023 naar 89,92% in de begroting 2024.