Financiële hoofdlijn

Financiële hoofdlijn

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijn

Maashorst is een vitale en financieel gezonde gemeente. Dat is te danken aan het solide financiële beleid dat we eerder al voerden in de voormalige gemeenten Uden en Landerd. Deze lijn hebben we als nieuwe gemeente voortgezet. Daardoor beschikken we over een hoog weerstandsvermogen en een sterke algemene reserve. Dankzij deze stevige basis zijn de financiële problemen in Maashorst kleiner dan in veel andere gemeenten. Toch merken ook wij de gevolgen van de zogenoemde ‘ravijnjaren’. De Voorjaarsnota van het Rijk biedt mogelijk wat verlichting tot 2028, maar lost de financiële tekorten voor de jaren daarna niet op.
Daarom nemen wij maatregelen om te zorgen voor een duurzame gezonde financiële huishouding richting de toekomst. Dat doen we uiteraard samen met uw raad: we sturen strak op onze uitgaven en zijn terughoudend met nieuwe plannen zonder financiële dekking. Toch blijft de financiële druk toenemen. In eerdere kadernota’s konden we een sluitend meerjarenbeeld laten zien. In deze kadernota 2026 is dat helaas niet meer mogelijk. 

Focus op afronding en goede overdracht

De kadernota 2026 is de laatste van dit college. Ook in financieel uitdagende tijden blijven wij vasthouden aan onze ambitie: een hoog voorzieningenniveau voor inwoners, ondernemers en bezoekers, en zo min mogelijk lasten voor onze inwoners. Gezien de financiële situatie, de ontwikkeling van onze organisatie en uitdagingen zoals de krapte op de arbeidsmarkt, kiest het college er opnieuw voor om in deze kadernota geen nieuwe beleidswensen op te nemen. De focus ligt op het afronden van het huidige uitvoeringsprogramma, dat is gebaseerd op het coalitieakkoord Samen bouwen we Maashorst. Daarnaast wil dit college zorgen voor een goede overdracht zodat een nieuw bestuur ook ambitieus aan de slag kan. 

Duurzaam financieel perspectief 
Ons college vindt het daarom belangrijk om een nieuw bestuur niet op te zadelen met grote financiële uitdagingen. We willen onze taken ook in financiële zin netjes  overdragen met een duurzaam financieel perspectief voor de toekomst. Dankzij dat solide financieel beleid hebben we de mogelijkheid om de begrotingstekorten van de jaren 2026 tot en met 2028 ten laste te brengen van onze opgebouwde algemene reserve. Die opgebouwde reserves zijn ook per definitie bedoeld om in te zetten voor financiële tegenslagen. Het college kiest er niet voor om een beroep te doen op de algemene reserve als structureel dekkingsmiddel om jaarschijf 2029 sluitend te maken. We streven naar een sluitende begroting in 2029, zónder dat we daarvoor dan opnieuw onze algemene reserve hoeven aan te spreken. We nemen nu maatregelen die nodig zijn om op termijn weer een structurele goede balans te hebben tussen onze uitgaven en  inkomsten. 

We mogen in Maashorst trots zijn op het hoge voorzieningenniveau dat we hebben en waarvoor we samen ons best doen om het in stand te houden. Tegelijkertijd ontkomen we er niet aan om te onderkennen dat door dit hoge voorzieningenniveau onze uitgaven toenemen door stijgende kosten voor materiaal en personeel. Denk bijvoorbeeld aan de hogere loonkosten die naar aanleiding van de CAO-onderhandelingen met 7% stijgen, een extra structurele last van 1,5 miljoen. Dit terwijl onze inkomsten niet stijgen of zelfs afnemen. Daardoor ontstaat een disbalans die op de lange termijn niet houdbaar is. Dit vraagt om duidelijke en soms ook lastige keuzes. Zoals we eerder in de bestuurlijke hoofdlijn aangaven, heeft ook ons college ambities moeten bijstellen omdat de financiële ruimte ontbreekt. Dat geldt ongetwijfeld ook voor uw raad. Door nu scherp te blijven sturen, zorgen we ervoor dat lastige besluiten niet doorgeschoven worden naar een volgend bestuur en kunnen we een volgend bestuur enige financiële ruimte bieden voor nieuwe ambities. Onze goede financiële positie geeft ons de tijd om noodzakelijke keuzes gefaseerd in te voeren. Maar voor een duurzaam financieel perspectief blijft een scherpe financiële sturing en balans tussen taken en middelen  belangrijk. Dat betekent enerzijds kostenbewust zijn en blijven.

Anderzijds is het belangrijk om ook de inkomsten reëel mee te laten groeien met ambities en kostenstijgingen. Ook het vasthouden van het principe 'nieuw voor oud' als raad en college draagt bij aan die balans en ons doel om ook in de toekomst financieel gezond te blijven. Daarom hanteren we ook in 2026 dit principe: nieuw beleid met financiële impact moet volledig gedekt zijn. Dat kan door herschikking binnen het taakveld, bijstellen van andere ambities of vinden van extra inkomsten zoals subsidies. 

Ook aan onze verbonden partijen hebben we gevraagd kritisch naar hun begrotingen te kijken. Kostenstijgingen moeten ze zoveel mogelijk intern opvangen, zonder deze door te berekenen aan de gemeenten. Veel verbonden partijen hebben hier inmiddels gehoor aan gegeven.

Project sluitende meerjarenbegroting 
Om financieel gezond te zijn en te blijven, zijn we eind 2024 gestart met het project ‘Sluitend maken van de meerjarenbegroting’. Dit project heeft als doel om in de meerjarenbegroting 2026-2029 in elk geval het jaar 2029 structureel sluitend te krijgen. Dit doen we volgens de ‘watervalmethode’ en we hebben uw raad in de afgelopen maanden op de hoogte gebracht van de stappen die deze methode inhoudt. Inmiddels hebben we stap 1 en 2 van de methode doorlopen. Een overzicht van de resultaten van stap 2 van de watervalmethode is opgenomen in bijlage 1. 

Reëler begroten  

In processtap 1 'meten is weten’ hebben we intensief onderzocht op taakveldniveau waar sprake is van meerjarige onderbesteding. De afgelopen jaren bleek bij de jaarrekening steeds een fors rekening resultaat. Ook uw raad heeft hier meerdere keren aandacht voor gevraagd. De sturing hierop hadden we al aangescherpt wat ook zichtbaar is in het jaarrekening resultaat 2024 dat aanmerkelijk lager is. Met de analyse die nu is gemaakt is hier nog een laatste slag in gemaakt. Het resultaat is het vrijvallen van een bedrag € 1,7 miljoen. Hiermee voorkomen we dat we budgetten onnodig vasthouden terwijl dat op andere plekken nodig is om in te zetten. De ambities binnen het bestaande beleid geven we hiermee niet op, maar met deze maatregel brengen we de budgetten in lijn met het realisatietempo. Daar waar dit in de toekomst mogelijk anders is, hebben we de mogelijkheid om bij te sturen. We hebben daarbij ook kritisch gekeken naar onderdelen waar we structurele tekorten zien. Dat is op het gebied van jeugdhulp het geval. Hier is sprake van een autonome ontwikkeling die we ook terugzien in de jaarrekening. In deze kadernota is daarvoor dan ook extra budget van € 954.000 opgenomen. 

Beter organiseren 

In de 2e stap van de watervalmethode hebben we onderwerpen gekozen waarmee we besparingen kunnen realiseren of inkomsten kunnen vergroten. Het gaat bijvoorbeeld over hoe we omgaan met investeringen, hoe we personeelskosten doorbelasten en hoe we inkomsten laten meegroeien met kostenstijgingen. Als college zijn we kritisch op het verhogen van tarieven. Tegelijk nemen we onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor een duurzaam financieel perspectief. Het financiële beeld in deze kadernota laat zien dat zulke keuzes nodig zijn. Dat zijn geen makkelijke keuzes. Maar ze helpen om zwaardere bezuinigingen te voorkomen. 

Zo herijken we het investeringsprogramma: we passen onze hoge ambities aan op wat we realistisch kunnen uitvoeren. Daarmee voorkomen we dat we financiële ruimte vasthouden die elders hard nodig is. Tegelijkertijd kijken we ook voorzichtig naar onze inkomsten. Maashorst heeft een hoog voorzieningenniveau. Daar zijn we trots op en dat willen we met elkaar graag vasthouden. Willen we dat voorzieningenniveau echter vasthouden en de stijgende kosten daarvoor dragen, dan is het logisch om de inkomsten ook mee te laten groeien. In de afgelopen jaren hebben we uiterst terughoudend geweest met het indexeren van bijvoorbeeld parkeer- en toeristenbelastingen. Dat is niet langer houdbaar. We moeten zoeken naar een eerlijke verdeling van de lasten over inwoners, bedrijven en bezoekers. Net als andere gemeenten vinden we dat ook bezoekers hierin mogen bijdragen. Onze parkeer- en toeristenbelasting is nu relatief laag vergeleken met omliggende gemeenten. We zien daarom ruimte om deze belasting stap voor stap te verhogen, zonder dat we onze kansen voor toerismeontwikkeling verliezen. We beseffen dat de belastingverhoging, ook al gaat het om kleine bedragen, weerstand kan oproepen. Daarom gaan we – na instemming van uw raad – met de ondernemers in het centrum en in de toeristische sector in gesprek over hoe we de verhoging invoeren.

Het indexeren van de parkeer- en toeristenbelasting zijn twee concrete maatregelen die we voorstellen om onze uitgaven en inkomsten in balans te brengen. Voor een duurzame financieel perspectief voor de langere termijn zonder het aanspreken van de algemene reserve zijn meer maatregelen nodig. Daarvoor worden in het kader van stap 2 van de watervalmethode meer mogelijkheden onderzocht die worden uitgewerkt in businesscases. Deze businesscases worden komende periode afgerond en nemen we mee bij het opstellen van de begroting. Voor een overzicht van de onderwerpen verwijzen we naar bijlage 1. In de toelichting op het structurele financiële beeld lichten we onze keuzes verder toe.

Vervolgstappen in het project sluitend maken meerjarenbegroting 

Door deze eerste stappen in het project ‘Sluitend maken van de begroting’ is het tekort inmiddels met € 4 miljoen teruggebracht. Er blijft nu nog een structureel tekort van € 2 miljoen in 2029 over. Dat is ongeveer 1% van onze totale begroting. Dat is te overzien, zeker in vergelijking met de opgaven die andere gemeenten hebben om de financiële tekorten te dichten. Onze insteek is dat we met de voorstellen in deze kadernota én het afronden van processtap 2 en een deel van processtap 3, een structureel sluitende begroting kunnen aanbieden aan uw raad. De komende maanden zal duidelijk worden of die derde processtap nodig is om de begroting sluitend te kunnen maken. Om ook na 2029 een sluitende begroting te kunnen presenteren, doorlopen we dit jaar ook de overige stappen van de watervalmethode in een poging de inkomsten en de uitgaven geheel met elkaar in balans te brengen. Met elke stap neemt de impact op onze ambities en op de samenleving echter toe. Wij doorlopen deze stappen van de watervalmethode wel, maar vinden dat de keuzes die daarbij horen vooral aan het volgende bestuur zijn

Onzekerheid over compensatie van het Rijk 
Daarbij moeten we ook alert blijven op mogelijke negatieve ontwikkelingen die ons financieel raken. Wereldwijde ontwikkelingen kunnen onverwachte financiële gevolgen hebben. Zo zagen we de afgelopen maanden al het effect van aangekondigde invoerheffingen op de wereldmarkt. Die onzekerheid is helaas een feit. Ook de compensatie die we als gemeente van het Rijk ontvangen blijft onzeker. In april 2025 presenteerde het kabinet de Voorjaarsnota. Daarin is voor 2026 en 2027 extra geld opgenomen voor gemeenten, onder andere voor het accres en de jeugdzorg. Wat dit precies betekent voor Maashorst weten we pas zodra de meicirculaire verschijnt. Deze was nog niet beschikbaar toen we deze kadernota opstelden. Daarom is het financiële effect ervan nog niet meegenomen in de cijfers. Het college stelt uw raad voor om de uitkomsten van de meicirculaire niet mee te nemen in de besluiten die u nu op basis van deze kadernota neemt. De maatregelen die ons college in deze kadernota voorstelt, zijn naar onze mening noodzakelijk om het huishoudboekje ook in de toekomst op orde te houden ongeacht eventuele mee-of tegenvallers die de meicirculaire mogelijk nog brengt. Uw raad ontvangt over de meicirculaire een raadsinformatiebrief. 

Conclusie

Nu dit college de laatste kadernota voorlegt, kunnen we concluderen dat Maashorst drie jaar na oprichting een gezonde gemeente is. Ook wij hebben te maken met stevige financiële uitdagingen door oplopende kosten en teruglopende inkomsten. Dit college loopt in dit laatste bestuursjaar niet weg voor lastige keuzes door te snijden in eigen uitgaven, ambities bij te stellen en inkomsten door parkeer- en toeristenbelasting stapsgewijs te indexeren waarmee we de impact voor onze inwoners en ondernemers zoveel mogelijk beperken. Op die manier kunnen we het voorzieningenniveau op peil houden én zorgt het college ervoor dat ook in financieel opzicht netjes wordt overdragen. Met deze kadernota 2026 houdt Maashorst goed zicht op een structureel sluitende begroting vanaf 2029 en zijn en blijven we een gezonde gemeente.

 

Financieel beeld op hoofdlijnen 

Het overzicht hieronder toont de belangrijkste financiële uitkomsten. Een uitgebreide toelichting vindt u in het hoofdstuk Toelichting structureel financieel beeld. Belangrijk is om te melden dat een aantal elementen nog ontbreekt, zoals de uitkomsten van de meicirculaire en de actualisatie van onze treasury. Deze onderdelen verwerken we in de programmabegroting 2026. Daarnaast is in deze Kadernota geen structureel dekkingsplan opgenomen. Uw raad was dit in eerdere jaren wel gewend. De reden is dat er nog onzekerheid is over de compensatie vanuit het Rijk (via de meicirculaire), én dat er nog belangrijke bestuurlijke keuzes moeten worden gemaakt. Een deel van deze keuzes leggen we nu voor in deze Kadernota. Op basis van de uitkomsten hiervan nemen we het definitieve dekkingsplan op in de programmabegroting 2026.
Ondanks gezamenlijke inspanningen – strakke sturing, het beperken van uitgaven en het zoeken naar extra inkomsten – is de begroting voor de komende jaren niet sluitend.
Wij stellen voor om het tekort in de jaren 2026 tot en met 2028 ten laste te brengen van de algemene reserve. Dankzij zorgvuldig financieel beleid beschikt Maashorst over een gezonde reserve, bedoeld voor situaties zoals deze. De huidige financiële druk, mede door lagere bijdragen uit het gemeentefonds, maakt het gebruik van deze reserve volgens het college gerechtvaardigd.
Tegelijk vragen wij uw raad om in dit laatste jaar vóór de verkiezingen terughoudend te blijven met nieuwe beleidswensen. Gebruik de algemene reserve alleen als dekkingsmiddel voor onvoorziene en onvermijdelijke situaties.

Bedragen x € 1.000 (V= Voordeel, N= Nadeel)           
Structurele begrotingssaldi 2025-2029 2025 2026 2027 2028 2029
Financiële stand vóór Kadernota 2026 V 963 N 9.789 N 5.494 N 4.779 N 4.718
           
Autonome ontwikkelingen/ algemene uitkeringen en loon- en prijsontwikkelingen V 5 N 841 N 1.963 N 2.163 N 826
Sluitend maken meerjarenbegroting 2026-2029:          
- Processtap 1: Meten is weten V 911 V 1.066 V 1.183 V 1.680 V 1.708
- Processtap 2: Beter organiseren (kansen) V 575 V 1.572 V 1.729 V 2.007 V 2.326
Totaalresultaat project sluitend maken meerjarenbegroting 2026-2029 V 1.486 V 2.638 V 2.912 V 3.687 V 4.034
           
Budget nieuw beleid College/Raad 0 N 500 N 500 N 500 N 500
Saldo 2025-2029 (inclusief onttrekkingen/ stortingen algemene reserve) V 2.454 N 8.492 N 5.045 N 3.755 N 2.010
 Nog te onttrekken (V) of toegevoegd (N) aan de algemene reserve
N 2.454        
Saldo na toevoeging  (V) aan de algemene reserve 0 N 8.492 N 5.045 N 3.755 N 2.010